bij bijl. nr. 434
4. het hebben van vanwege het Staatsbedrijf der Posterijen,
Telegrafie en Telefonie aangebrachte brievenbussen, post
zegelautomaten en niet tot reclame dienende aanwijzingen
voor het publiek;
5. het hebben van voorwerpen en werken, welke ingevolge een wet
telijk voorschrift moeten worden gedoogd;
6. het hebben van voorwerpen krachtens verpachting, verhuring
of een ander privaatrecht of krachtens een concessie;
7. het hebben van voorwerpen, welker sloping, verplaatsing of
verandering door plaatsing op de monumentenlijst verboden
is;
8. het hebben van borden, die geen grotere oppervlakte dan
0,30 m2 en geen grotere afmeting dan 1 m1 hebben en welke de
naam en verdere bijzonderheden vermelden van beroep of
bedrijf van de persoon of onderneming, welke in het perceel,
waartegen die borden zijn aangebracht, woont, is gevestigd
of waar het beroep of bedrijf wordt uitgeoefend;
9het hebben van borden tot verhuur of verkoop van woningen of
percelen, in het geval deze borden aan de te verhuren of
te verkopen woningen of percelen zijn bevestigd;
10 het hebben van afvoerbuizen van hemelwater of van faecale
stoffen, welke aan een gebouw zijn aangebracht en niet meer
dan 0,10 m buiten de gevel uitsteken;
11 het hebben van voorwerpen van het energie- en waterbedrijf.
Artikel 34
1 Met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid wordt
het recht bij wege van aanslag geheven;
2. het recht dat verschuldigd wordt in verband met het houden
van festiviteiten, braderieën, festivals en andere evenemen
ten wordt bij wege van nota geheven.
Artikel 35
Ontheffing
Uitsluitend voor het recht dat "per jaar" wordt geheven kan ont
heffing worden verleend. Deze ontheffing wordt verleend, indien
het gebruik of genot van de grond of het water ophoudt, of voor
werpen onder, op of boven die grond of dat water worden verwij
derd vóór het verstrijken van het jaar, waarvoor het
recht wordt geheven.
Deze ontheffing wordt berekend op zoveel twaalfden gedeelten
als het aantal kalendermaanden van het lopende jaar bedraagt,
welke bij het eindigen van het gebruik of genot van de grond of
het water, of bij het verwijderen van de voorwerpen, onder, op
of boven die grond of dat water, nog niet zijn ingegaan.
- 10 -