bijl. nr. 446 -5- de geraamde verwervingskosten plus de reeds bijgeschreven en nog bij te schrijven rente en anderzijds de geraamde opbrengsten, een en ander berekend op basis van de aanname dat alle agrarische gronden in een periode van 10 jaren zouden worden afgestoten. In dit bedrag zijn in de loop van de tijd een aantal wijzigingen aangebracht (onder meer sa menhangende met het afzonderlijk onderbrengen van het zandwin/recreatie- gebied Laag Asterd, het onderbrengen van de grondkosten van de land- goederenzone ad 4,8 milj. in de exploitatie van het woongebied en het wijzigen van de situering van de zgn. 3e fase van het woongebied), zodat een geheel sluitende vergelijking van de situaties van toen en nu met de daarbij behorende verliesramingen niet mogelijk is. Beperken wij ons tot het thans in het geding zijnde ruilverkavelingsgebied (ge rekend naar de omvang van de gemeentelijke eigendommen ook het grootste) %an kan het verlies bij het doorgaan van de transactie met de S.B.L. geraamd worden op ongeveer 5,71 milj. (boekwaarde ad 8,50 milj. minus 2,32 miljSBL-r transact ie minus 0,47 milj. geraamde opbrengst nog in het kader van de ruilverkaveling af te stoten gronden)na af wikkeling van deze grondtransacties blijft de gemeente nog eigenaar van plm. 26 ha. verpachte gronden: ook deze gronden kunnen in de komende tijd nog worden afgestoten hetgeen het hiervoren genoemde verlies nog (enigszins) zal beperken. Het hiervoren genoemde verlies van plm. 5,71 mi 1jzal -indien niet overgegaan zou worden tot de transactie met de S.B.L. en men uitgaat van een afstoten van de gronden gedurende de komende jaren- oplopen tot een bedrag in de orde van 6,5 7 miljdit afhankelijk van de snelheid en de omvang waarin dat afstoten g>kan plaatshebben. Beide zaken -de ruilverkaveling en de grondtransactie- overziende, zijn wij van mening dat: a. de gemeente Breda positief kan staan ten opzichte van de aan de gang zijnde ruilverkaveling en b. het aangaan van de bovenomschreven grondtransactie met de S.3.L4 in het kader van die ruil'verkaveling een belangrijke stap is in de richting van de verwezenlijking van de ruilverkaveling' en bovendien de financiële consequenties voor Breda in gunstige zin beinvloedt. Bhkele punten verdienen nog een nadere toelichting: Zoals wij IJ hiervoren hebben medegedeeld, zal op 3 februari 1983 de stemming over de ruilverkaveling plaatsvinden: aan die stemming nemen eigenaren en pachters deel. Aangezien het gewicht van de uit te brengen stem gekoppeld is aan de omvang van de eigendom zou de gemeente bij het. laten doorgaan van de transactie met de S.B.L. aanmerkelijk aan invloed

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 2080