- 3 - bijl. nr. 467 Met name gold de positieve score voor de factoren: - de situering van Breda; - de bereikbaarheid van Breda; - het voorzieningenniveau/leefbaarheid in Breda. Toch achten wij geen termen aanwezig om met "het hoofd in de wolken te lopen". Er zijn immers ook verschillende factoren die bij het bedrijfsleven minder positief worden gewaardeerd-. Wij noemen hieronder de belangrijkste negatieve factoren: 1een knelpunt ligt bij de mogelijkheden tot het aantrekken van geschoold produktiepersoneel 2. met name de metaal- en aanverwante industrie kampt met een tekort aan ongeschoold personeel; 3. de bediening door het openbaar vervoer van de grote indus trieterreinen 4. de interne verkeersstructuur en de parkeerproblemen in de binnenstad, met name voor in de binnenstad gevestigde be drijven en het gemeentelijk beleid beleid ter zake; 5. ten aanzien van het functioneren van diensten en instellin gen heeft het bedrijfsleven geen goede ervaringen met het Gewestelijk Arbeidsbureau en de welstandscommissie. Zonder hier.nader in te gaan op de oorzaken van deze negatieve uitkomsten van het onderzoek, kunnen wij stellen, dat er "werk aan de winkel" is. Immers, een binnen de gegeven spelregels op timale sfeer voor het bedrijfsleven in Breda vereist maatrege len op die punten, welke datzelfde bedrijfsleven als negatief ervaart Welke beleidsmaatregelen zijn nodig om het klimaat van vesti ging zo goed mogelijk tot uitdrukking te laten komen? ad 1 en 2 de maatregelen bestaan onder meer uit een goede voorlichting aan ouders en schoolverlaters over de mogelijkheden in de ver schillende beroepen, verbetering en/of uitbouw van om-, bij- en herscholingsfaciliteiten en het aanmoedigen van een vroegtijdi ge aanmelding van vacatures bij het Gewestelijk Arbeidsbureau. Er is wat dat betreft sinds het uitbrengen van het rapport al het een en ander gedaan. Te denken valt aan de eind 1980 ge houden banenmarkt, het opstarten in 1981 van het zogeheten schoolverlatersproject, de van rijksoverheid ruimer beschikbaar gestelde middelen voor om-, bij- en herscholing, waarbij de scholing plaatsvindt vanuit .de gemeentelijke sociale dienst, het G.A.B., andere organisaties zoals C.B.B. en C.V.V. en de hernieuwde start van bedrijfsscholen. Als maatregelen buiten de directe invloedsfeer van de gemeen telijke overheid zijn te noemen de differentiatie in de belo ning (extra beloning voor onaantrekkelijk ongeschoold werk), verbetering van de arbeidsomstandigheden en de opzet van regio nale arbeidsovereenkomsten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 2159