gemeente Breda
bij bijlage nr. 475
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
besluit
I. Het algemeen ambtenarenreglement te wijzigen als volgt:
Artikel E 13 luidt:
"Geen aanspraak op doorbetaling van bezoldiging bestaat:
a. indien blijkens het geneeskundig onderzoek, bedoeld in arti
kel E 7, lid 1, er sprake is van een in dat lid, onder c,
bedoelde omstandigheid, tenzij de ambtenaar daarvan op grond
van zijn geestelijke toestand geen verwijt kan worden
gemaakt
b. indien de verhindering wegens ziekte zich voordoet binnen
een half jaar na de in artikel B 3, lid 1, bedoelde genees
kundige keuring en alsdan blijkt dat de ambtenaar hierbij
onjuiste informatie omtrent zijn gezondheidstoestand heeft
verstrekt of gegevens heeft verzwegen, tengevolge waarvan de
verklaring dat tegen de vervulling van zijn betrekking uit
medisch oogpunt geen bezwaren bestaan, ten onrechte is afge
geven, tenzij de ambtenaar aannemelijk maakt dat hij te goe
der trouw heeft gehandeld".-
Artikel E 15
lid 2 luidt: "Indien de gewezen ambtenaar, bedoeld in lid 1
met ingang van de datum van zijn ontslag, recht heeft op invali
diteitspensioen, volgens de bepalingen van de Algemene Burger
lijke Pensioenwet, behoudt hij gedurende de periode van zijn
ongeschiktheid, doch uiterlijk twee jaar na de aanvang daarvan,
zijn laatstelijk op grond van artikel E 11 genoten bezoldiging
en wel voor 100% gedurende de eerste achttien maanden van die
ongeschiktheid en vervolgens voor
Artikel E 21
lid 1 luidt: "De laatstelijk genoten bezoldiging of de uitke
ring, als bedoeld in deze paragraaf, wordt in voorkomende ge
vallen slechts gewijzigd overeenkomstig een algemene herziening
die voor de gewezen ambtenaar zou hebben gegolden, ware hij in
dienst gebleven".
lid 2 de aanhef luidt: "Op de laatstelijk genoten bezoldi
ging of de uitkering, als bedoeld in deze paragraaf van de
gewezen ambtenaar wordt in mindering gebracht:
a