bij bijlage nr. 477
A. voor het bijwonen van algemene vergaderingen van vereni
gingen van ambtenaren of, voor zover het algemene vereni
gingen betreft welke ook andere groepen van ambtenaren
dan gemeentepersoneel organiseren, voor het bijwonen van
de algemene vergaderingen van een landelijke groep van
gemeentepersoneel, indien de ambtenaar lid van het hoofd
bestuur, bestuurslid ener landelijke groep of afgevaardig
de van een afdeling is, met dien verstande dat van elke
afdeling voor iedere vijftig leden of gedeelte daarvan
aan ten hoogste twee afgevaardigden tot een maximum van
tien afgevaardigden, verlof wordt verleend;
B. voor het bijwonen van hoofdbestuursvergaderingen indien
hij lid is van het hoofdbestuur van bondsraad- of be
stuursraadsvergaderingen indien hij lid is van de bonds-
of bestuursraad en van groepsraadsvergaderingen indien
hij lid is van een landelijke groepsraad;
C. voor het bijwonen van één algemene vergadering van de een
trale organisatie waarbij de vereniging van de ambtenaar
is aangesloten indien hij als vertegenwoordiger van zijn
vereniging aan die vergadering deelneemt;
tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten,
wordt door burgemeester en wethouders aan de ambtenaar die
krachtens artikel D 1 vastgestelde werktijden op gemiddeld
vijf dagen per week zijn betrekking vervult, buitengewoon
verlof met behoud van bezoldiging verleend:
A. om, indien hij daartoe door een centrale van overheids
personeel als bedoeld in het eerste lid onder A of door
een daarbij aangesloten vereniging is aangewezen, bestuur
lijke en/of vertegenwoordigende activiteiten te ont
plooien binnen die centrale of die daarbij aangesloten
vereniging, onderscheidenlijk binnen het gemeentelijk
apparaat, welke ertoe strekken de doelstellingen van deze
centrale van overheidspersoneel en/of de daarbij aangeslo
ten vereniging te ondersteunen, alles te zamen voor ten
hoogste zesentwintig werkdagen per kalenderjaar;
B. voor het, op uitnodiging van een vereniging van ambte
naren - als cursist deelnemen aan een cursus welke door
of ten behoeve van de leden van die vereniging van
ambtenaren wordt gegeven alles te zamen voor ten hoogste
zes werkdagen per twee kalenderjaren;
het buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging van een
ambtenaar die krachtens artikel D 1 vastgestelde werktijden
op 1, 2, 3 of 4 dagen per week zijn betrekking vervult kan
ten hoogste respectievelijk 1/5, 2/5, 3/5 of 4/5 van het in
lid 3, onder A en B genoemde aantal werkdagen bedragen;
het verlof als bedoeld in de leden 2 en 3 te zamen kan voor
de ambtenaar die krachtens artikel D 1 vastgestelde werk
tijden op gemiddeld vijf dagen per week zijn betrekking ver
vult niet meer bedragen dan ten hoogste dertig werkdagen per
kalenderjaar, echter met dien verstande dat ten hoogste
veertig werkdagen verlof kan worden verleend aan de ambte
naar die:
- 5 -