aan de raad der
gemeente Breda
[u\>x</ul
bijlage nr. 484
Enwa/8214206 Voorstel van burgemeester en wet
houders inzake verhoging van de
gastarieven voor kleinver
bruikers per 1 januari 19 8 3
Krachtens artikel 30 van de energie- en waterverordening 1976
worden voor het gebruik van gas per meetinrichting en/of
perceel de tarieven in rekening gebracht overeenkomstig de
richtlijnen van de Vereniging van Gasexploitanten in Nederland
(VEGIN), tenzij de raad anders beslist.
Op de ledenvergadering van 11 november 1982 is door de leden
vergadering van de VEGIN ingestemd met het voorstel van het
hoofdbestuur om de minister van economische zaken te adviseren,
het kleinverbruikerstarief te verhogen met 2,7 cent per m3 en
het vastrecht met f 9,per jaar, exclusief omzetbelasting.
Wanneer deze verhoging doorgaat, betekent dit voor:
a. kleinverbruikers, die het gas niet of nauwelijks voor ver
warmingsdoeleinden gebruiken 600 m3 per jaar) een jaar
lijkse verhoging van f 25,20 (exclusief omzetbelasting);
b. kleinverbruikers, die het gas voornamelijk voor verwarmings
doeleinden gebruiken (3-000 a 4.000 m3 per jaar) een jaar
lijkse lastenverhoging van f 90,tot f 117,(exclusief
omzetbelasting)
Ons college is van mening, dat er geen motieven zijn om van
deze tariefstelling af te wijken en dat het tot heden gevoerde
beleid van landelijke uniforme tarieven als juist moet worden
aangemerkt
Voor de jaarafrekening 1982/1983 wordt een gemiddelde prijs op
basis van de inkopen in rekening gebracht. Bij de tariefverho
ging per 1- januari 1982, welke 7 cent per m3 bedroeg, werden de
verbruikers in de gelegenheid gesteld om de meterstand op te
geven. De verwerking hiervan heeft een aanzienlijke hoeveelheid
werk opgeleverd en heeft f 75.000,gekost.
De nu voorgestelde verhoging is zodanig, dat een eventuele bena
deling van de verbruikers, door toepassing van de gemiddelde
prijs, aanzienlijk kleiner is dan in 1981/1982.
Bovendien is deze berekeningswijze in het verleden vrijwel
zonder klachten gehanteerd.