bij bijlage nr. 493 6. dat de financiële uitkomsten van de exploitatie van het landbouwbedrijf Steen van Kloosteroord en van het Recreatie project de Kurenpolder mede in de berekening van de door de gemeente Breda verschuldigde financiële bijdrage tot uitdrukking zijn te brengen, waarbij het redelijk voorkomt om deze forfaitair op basis van de exploitatiejaren 1980 tot en met 1982 vast te stellen en deze met de overige exploitatielasten overeenkomstig het bepaalde onder B.5. voor een periode van ten hoogste tien jaren door te be rekenen aan de gemeente Breda; 7. dat de gestelde indexering dient te worden geconcretiseerd en dat daarbij rekening dient te worden gehouden met een loon- en prijscomponent, alsmede dient te zijn afgestemd op de, op grond van de Financiële verhoudingswet 1960 vast gestelde percentages, met dien verstande, dat deze indexe ring niet van toepassing kan zijn op de rente en aflossing van de onder A.l. bedoelde geldleningen; 8. dat bij de berekening van de door de gemeente Breda na uittreding verschuldigde jaarlijkse financiële bijdrage steeds ten gunste daarvan, een bedrag van 1.500,dient te wor den gebracht, zijnde tien procent van de jaarlijkse finan ciële bijdrage van de gemeente Rotterdam aan het Recreatie schap 9dat overigens alle voorkomende effecten in de richting van het Recreatieschap met gunstige financiële gevolgen voor de hoogte van de door deelnemers aan het Recreatie schap verschuldigde financiële bijdragen tevens en steeds naar evenredigheid ook ten gunste van de door de gemeente Breda na uittreding jaarlijks verschuldigde financiële bij drage dienen te worden gebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 2252