gemeente Breda cinrf bij bijlage nr. 495 De raad der gemeente Breda; gelet op de Verordening op de vergoeding aan gemeenteraads- f racties gezien het voorstel van burgemeester en wethouders nr. BK/9/8214937a tot het wijzigen van genoemde verordening; gelet op artikel 168 van de gemeentewet; besluit I. artikel 3 van de Verordening op de vergoeding aan gemeente raadsfracties, te wijzigen en te lezen als volgt: ARTIKEL 3 1De gemeenteraad zal als jaarlijkse vergoeding voor ieder raadslid dat geen wethouder is, vaststellen een bedrag ter grootte van 80% van het krachtens de wet van 6 mei 1976, S. 312, tot wijziging van de gemeentewet maximaal toegelaten bedrag. De resterende 20% wordt gestort in het te vormen fractie- vergoedingenfonds De hier aangeduide bedragen worden uitsluitend uitgekeerd aan respectievelijk berekend over die raadsleden, die geen wethouder zijn. 2. Jaarlijks wordt een bedrag vastgesteld, dat als bodembe drag aan iedere fractie zal worden uitgekeerd ter tege moetkoming in de basiskosten van de fractie; voor 1983 is dit bedrag f 2.500, 3. Het restant wordt over alle raadsleden, de wethouders daarbij inbegrepen, verdeeld, zodat een bedrag per raads lid ontstaat. 4. Aan iedere fractie wordt het in lid 2 bedoelde bodembe drag, alsmede het in lid 3 bedoelde bedrag voor ieder fractielid, de wethouder daaronder begrepen, uitgekeerd. II. te bepalen, dat dit besluit in werking treedt op 1 januari 1983. Aldus besloten in de openbare vergadering van De raad voornoemd, -4 voorzitster. secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 2267