4
bijl. nr. 66
Wij merken daarbij op, dat voor de bepaling van de kosten wijk-
verwarming aan elke wijk van de wijkverwarming niet meer is
toegerekend dan de voor die wijk werkelijk verstookte energie
kosten.
De oorzaken van de verschillen in de wijken zijn moeilijk vast
te stellen, maar zij moeten worden gevonden in onder meer:
- verschil in terreinleidingverlies door grondtechnische oor
zaken;
- bouwtechnische oorzaken in de woningen;
- lengte en diameter van het leidingnet per woning;
- verschil in vastrecht bij wijkverwarming en de vaste kosten
bij individuele c.v.-installatie voor grotere woningen.
Het is in het kader van dit vergelijkend onderzoek niet nodig
de oorzaken verder uit te diepen, te meer niet, omdat Breda-
Noord zal worden aangesloten op de stadsverwarming. Een nieuw
kostenverdelingssysteem behoeft dus niet te worden ontwikkeld.
De tendensen van de uitkomsten zijn dezelfde voor de seizoenen
1979/1980 en 1980/1981; de bedragen zijn in oudere seizoenen
lager
Een detailvoorbehoud over de cijfers wordt gemaakt voor meldin
gen achteraf betreffende isolatie van percelen.
Omdat de kosten van wijkverwarming niet gelijk behoeven te zijn
aan die van individuele verwarming, maar anderzijds de afwijkin
gen ten nadele van de aangeslotenen niet te groot moeten worden,
stellen wij voor om restitutie te verlenen, voor zover de gemid
delde jaarafwijking per complex meer bedraagt dan 60,exclu
sief omzetbelasting per woning.
Dit verschil is gering, maar voldoet wel aan de wens om het
onderlinge evenwicht tussen de wijken te bevorderen.
Met inachtname van bovengenoemde uitgangspunten zouden restitu
ties 4V) kunnen plaatsvinden ten bedrage van 244.000,over
1980/1981 en 143.000,over 1979/1980 (exclusief omzetbelas
ting) Daarvoor is uit de verlaging van inkoopkosten beschik
baar 323.000,over 1980 en 161.000,-- over het le half
jaar 1981. Het resterende bedrag ad 97.000,zou worden toe
gevoegd aan het risicofonds wijkverwarmingomdat daaruit gelden
zijn onttrokken in het streven naar een evenwichtige toerekening
van kosten middels een totaalpakket van maatregelen. Een recapi
tulatie hiervan is opgenomen in de bijlage.
Overleg met wijkverwarmingscomites
Tijdens het overleg op 17 december 1981 is met de gezamenlijke
wijkverwarmingscomite1s overeenstemming bereikt over de wijze
waarop de lagere inkoopkosten voor de wijkverwarming kunnen
worden verdeeld.
In principe worden de hoofdlijnen uit dit voorstel gevolgd;
de installatiewaarde zal op een nieuwere leest worden geschoeid.
De verdere uit- en afwerking zal geschieden in overleg met de
bewoners-afgevaardigden in de adviesraad en hun deskundige.