Bijlagenummer: 1 Onderzoek geloofsbrief Het onderzoek van de geloofsbrief van een benoemde die tot lid van de gemeenteraad is benoemd ter vervulling van een bui ten de gewone tijd van aftreding opengevallen plaats, geschiedt onverwijld (artikel 12 Kieswet) Beëdiging Nadat de raad tot toelating heeft besloten en de beroepstermijn van acht dagen, genoemd in artikel 14 van de Kieswet is ver streken, volgt beëdiging in de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad (artikel U 14 lid 1 Kieswet: "Gedurende acht dagen, te rekenen van de dag, waarop de raad heeft beslist, staat het vrij aan de niet-toegelateneaan elk lid van de raad en zo de burgemeester geen lid is, ook aan deze, tegen de beslissing van de raad bezwaren bij gedeputeerde staten schriftelijk in te dienen."). In verband met het bovenstaande wordt nog verwezen naar artikel W 7 Kieswet: "Leden van de provinciale staten en van de gemeenteraad, die hun ontslag hebben ingezonden, behouden hun lidmaatschap, tot dat de goedkeuring van de geloofsbrieven van hun opvolgers, onherroepelijk is geworden of totdat het centraal stembureau heeft beslist, dat geen opvolger kan worden benoemd." VRAAG (gesteld d.d. 22-11-1981 ing. art. 48 R.v.O.) De heer Garritsen: 1. Wanneer heeft de gemeente besloten dat slechts ERA en WILMA een plan mochten ontwikkelen voor het plan Zuid III in de Haagse Beemden en op grond van welke overwegingen is de keuze juist tot deze twee maatschappijen beperkt gebleven? - 18 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 25