De gevraagde toestemming is op 14 november 1973 verleend. Hierbij dient te worden vermeld dat het in de bedoeling lag om met de netto-opbrengst van de verkochte woningen de achter stallige onderhoudswerkzaamheden aan de niet verkochte wonin gen te kunnen bekostigen. Dit is echter niet gelukt, o.m. blijkende uit de jaarstukken 1980, waarin ter zake nog een schuldrestant, met eigen midde len gefinancierd, voorkomt van ruim zes ton. Er zijn thans 29 woningen verkocht en twee staan er inderdaad te koop. Het moge duidelijk zijn dat de bouwvereniging er naar blijft streven de eigen middelen zo snel mogelijk weer vrij te maken, hetgeen helaas alleen middels verkoop kan worden gerealiseerd. Overigens is wel gebleken dat de animo om deze woningen te kopen bepaald minimaal is. In bijna 10 jaar zijn slechts 30 woningen verkocht. Vraag 2 Zo ja, welke middelen staan U ten dienste om deze omzetting te voorkomen? Antwoord Nu geen meer, tenzij we ons zouden beroepen op de constatering dat nu ook aan niet huurders wordt verkocht, doch dit maakt in wezen geen verschil. Destijds had de toestemming wel gewei gerd kunnen worden, maar dat is niet gebeurd. Ten aanzien van het overige woningbezit geldt dat het bestuur van de bouwvereniging zich conformeert aan het verkoopregime zoals dat is neergelegd in de Nota Volkshuisvesting. Vraag 3 Als onze informatie juist is, bent U dan bereid om ons zo snel mogelijk te informeren over de stappen die U hebt ondernomen/ zult ondernemen om te bewerkstelligen dat de woningen uit het bovenvermelde complex van St. Joseph voor de verhuur beschik baar blijven?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 281