Hoofdstuk 3. De drughulpverlening in het heden 3.1 Inschatting van de harddruqproblematiek in Breda Deze paragraaf valt uiteen in twee delen te weten; een inschatting van het aantal verslaafden in Breda en van de ontwikkeling van de harddrugproblematiek in Breda. 3.1.1. Inschatting van het aantal drugverslaafden De hierna volgende inschatting van de aantallen drugverslaafden is gebaseerd op ervaringèn van hulpverleners en gemeentepolitie en informatie die is ingewonnen bij de verslaafden zelf. Er dient hierbij op gewezen te worden dat het zeer goed mogelijk is dat later zal blijken dat de groep verslaafden beduidend groter is dan in deze nota wordt aangegeven. Zo is er natuurlijk een grote groep "anonieme" gebruikers, die geen deel uitmaakt van de "scene", niet met justitie in aanraking is geweest en geen kontakten heeft met hulpverlenende insanties. Daarnaast is het bekend dat verslaving zolang mogelijk verborgen wordt gehouden voor de omgeving. Bij de hieronder te noemen aantallen kan het bovenstaande niet betrokken worden, aangezien deze groep buiten het gezichtsveld van hulpverlening en jusitie valt. Genoemde aantallen dienen dan ook als minimaal beschouwd te worden. Afkomst Geschat aantal Nederlands Moluks Surinaams Antilliaans Turks/Marokkaans Gebruikers van Nederlandse afkomst. Hulpverleners en verslaafden schatten het aantal Nederlandse druggebruikers-op ongeveer 250 - 3QQ. Hiervan hebben in 1981 er 188 kontakt *met de G.G.D. mét' betrekking tot de methadonverstrek- king en ongeveer 150 hebben kontakt gehad met het C.A.D. Gebruikers van Molukse afkomst. Op de 80 Molukse gezinnen in Breda zijn minimaal 40 jongeren 250 40 60 10' 10 zie ook 3..2.1. -6-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 348