bijl. nr. 96 bij de cross gepaard gaande met uitreiking van prijzen aan de junioren (waarbij van Zuidafrikaanse deelname geen sprake was 2. Is het college op de hoogte gesteld door de organisatoren dat er, in strijd met de geldende regels, Zuidafrikanen mee zouden lopen? ANTWOORD Neen 3. Is het college bereid om aan alle voor deze cross verant woordelijke organisatoren opondubbelzinnige wijze duidelijk te maken dat sportieve contacten met het Zuidafrikaanse apartheidsregime nimmer in Nederland en zeker niet in Breda mogen plaatsvinden? ANTWOORD Ja. Door ons college-lid de heer Welschen is reeds op 25 janu ari jl. gereageerd en hebben de organisatoren een brief van een strekking, zoals in Uw vraag bedoeld ontvangen. 4. Wil het college aan alle sportverenigingen in Breda duide lijk maken dat als een vereniging zich niet onthoudt van deze ontoelaatbare sportcontactenzij op geen enkele wijze faciliteiten van de gemeente krijgt en dat ze in haar be staan zal worden geboycot door de gemeente? ANTWOORD Ja, middels openbaarmaking van onze reactie op Uw brief. VRAAG (gesteld d.d. 13-3-1982 ingart. 48, 2e lid R.v.O.) De heer Garritsen: 1. Is het juist dat vrijdag jl. 12 maart 1982, wethouder Van Dun bezoek heeft gehad van ambtenaren van het ministerie van V.R.O. afdeling recherche zaken en heeft dit bezoek

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 433