aan de raad der
gemeente Breda
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot:
a. instelling van en vast
stelling van een verorde
ning voor commissies ten
behoeve van de gemeente
raad i.v.m. de behande
ling van bij de gemeente
raad ingediende bezwaar
schriften ingevolge de
Wet arob;
b. het voor kennisgeving
aannemen van de geregi
streerde bezwaar- en be
roepschriften ingevolge
de Wet arob over de pe
riode 1 juli 1976 tot 1
juli 1981 en de daarop
betrekking hebbende nota
van burgemeester en wet
houders
Bij raadsbesluit van 12 augustus 1976 (bijlage nr. 269)") wer
den in verband met de inwerkingtreding van de Wet administra
tieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (Wet arob) ten behoeve
van de gemeenteraad commissies ingesteld. Dit besluit gold oor
spronkelijk tot 1 april 1978. Bij raadsbesluit van 21 augustus
1978 (bijlage nr. 242)") is onder meer de geldigheidsduur van ge
noemd besluit voor onbepaalde tijd verlengd.
De als zodanig ingestelde commissies hebben een tweeledige taak,
te weten:
a. het horen van degene, die een bezwaarschrift ingevolge de
Wet arob heeft ingediend bij de gemeenteraad;
b. het adviseren aan de gemeenteraad over een bezwaarschrift
ingevolge de Wet arob.
De naamgeving en de samenstelling van deze commissies komen
overeen met die van de gelijknamige vaste commissies van ad
vies en bijstand aan burgemeester en wethouders.
De tekst van de op deze commissies van toepassing zijnde veror
dening is voor U ter inzage gelegd (gemeenteblad nr. 1464).")
In de in deze verordening opgenomen bepalingen is een verwijzing
opgenomen naar het reglement van orde en naar de verordeningen
voor de vaste commissies van advies en bijstand aan burgemeester
en wethouders (artikel 5, tweede lid).
BK/7/00156
5-1-1982