gemeente Breda
^>X<>X<j&
[u\>x< M
bij bijlage nr. 108 II
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op het bepaalde in artikel 14, eerste lid, van de Wet
administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen en artikel
61, eerste lid, onder a, van de gemeentewet;
besluit
I. in te stellen de volgende commissies ten behoeve van de
gemeenteraad, welke tot taak hebben de indiener (of diens
gemachtigde) van een bezwaarschrift bij de gemeenteraad
ingevolge de Wet administratieve rechtspraak overheidsbe
schikkingen te horen en aan de gemeenteraad te adviseren
over de op een dergelijk bezwaarschrift te nemen beslis
sing:
a. commissie algemene zaken;
b. commissie bedrijven;
c. commissie cultuur;
d. commissie economische zaken;
e. commissie financiën
f. commissie jeugd, sport en recreatie;
g. commissie sociale zaken;
h. commissie onderwijs;
i. commissie openbare werken;
j. commissie ruimtelijke ordening;
II. vast te stellen de volgende regelen betreffende de samen
stelling en werkwijze van de onder I genoemde commissies:
Artikel 1
1. De commissies bestaan uit dezelfde voorzitter, leden
en plaatsvervangende leden als die van de gelijknamige
vaste commissies van advies en bijstand aan burgemeester
en wethouders.
2. Het werkterrein van de onderscheidene commissies loopt
parallel aan die van de gelijknamige vaste commissies
van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders.
Artikel 2
1. De commissies vergaderen zo vaak zulks ten behoeve van
een tijdige afwikkeling van de bezwaarschriftenprocedure
als bedoeld in de Wet administratieve rechtspraak over
heidsbeschikkingen is vereist en voorts zo dikwijls
de voorzitter dit nodig oordeelt.
2. De desbetreffende voorzitter bepaalt dag, uur en plaats
van de vergadering en draagt zorg voor een tijdige,
zo mogelijk schriftelijke, oproeping van de leden en
van degene(n), aan wie gelegenheid zal worden geboden
om te worden gehoord in de vergadering van de betref
fende commissie.