Bij bijlage nr. 110 II
TOELICHTING BIJ DE PRIVACYVERORDENING
Algemeen
Met de privacyverordening wordt beoogd de persoonlijke levens
sfeer van personen, van wie gegevens in de gemeentelijke regi
straties zijn opgenomen, te beschermen.
De verordening voorziet in regels die zowel aan geautomatiseerde
systemen als aan niet-geautomatiseerde verzamelingen van persoons
gegevens kunnen worden gesteld.
In de verordening is getracht de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer te bereiken via:
a. het instellen van de onafhankelijke registratiecommissie
die een toezichthoudende en adviserende taak krijgt;
b. het openbaar maken van de werkwijze van alle registratie
systemen door middel van een openbaar register;
c. het doen opstellen van reglementen, waarin onder meer gere
geld moet worden door wie en waarvoor de gegevens mogen worden
gebruikt
d. het voorbehouden aan de gemeenteraad, de registratiecommis
sie gehoord, om te besluiten tot integratie van verschillende
registratiesystemen of tot het koppelen van informatie uit
verschillende registratiesysternen
e. het verschaffen van een inzage- en correctierecht aan de
geregistreerden
f. het scheppen van een beroepsmogelijkheid voor de geregistreer-
den met betrekking tot hun inzage- en correctierecht;
g. het aan banden leggen van het gebruik van het door het rijk
toegekende administratienummer;
h. een opdracht aan burgemeester en wethouders tot het stellen
van regels met betrekking tot de beveiliging van registratie
systemen
Zoals uit het bovenstaande blijkt, draagt de verordening het
karakter van een raamverordening (c en h)terwijl een aantal
belangrijke zaken ook inhoudelijk wordt geregeld.
Dit houdt in, dat de verordening zich beperkt tot het geven
van een kader waarbinnen door de daartoe aangegeven organen
maatregelen moeten worden getroffen. Zo wordt in artikel 24
de vaststelling van de inhoud van een reglement overgelaten
aan burgemeester en wethouders, maar de verordening zelf geeft
aan welke onderwerpen in het reglement duidelijk moeten worden
geregeld (art. 25).
Bij de opstelling van de verordening is rekening gehouden met
de voorstellen van de staatscommissie bescherming persoonlijke
levenssfeer in verband met persoonsregistratie (staatscommis-
sie-Koopmanseindrapport 1976). Daarmede wordt bereikt, dat
wanneer het voorstel van de staatscommissie te zijner tijd tot
wet wordt verheven, de praktijk in Breda reeds zoveel mogelijk
in de aangegeven richting is gegroeid.
De gemeentelijke registraties, waar deze verordening betrek
king op heeft, worden verdeeld in twee categorieën.
De ene categorie bestaat uit de geautomatiseerde registratie
systemen