bij bijl. nr. 110 II
Schorsing is een tijdelijke maatregel, die bovendien in haar
effect beperkt kan blijven tot enkele onderdelen van een regi
stratiesysteem (artikel 20, lid 2); gedurende de schorsings
termijn moet in overleg worden gezocht naar een oplossing die
het mogelijk maakt het registratiesysteem op verantwoorde wijze
verder te laten werken.
Artikel 22
De meest effectieve manier om te zorgen dat een registratie
systeem niet meer gebruikt wordt, is uiteraard vernietiging
van de gegevens.
Het kan echter zijn dat de Archiefwet 1962 zo'n vernietiging
in de weg staat. In dat geval dienen de voorschriften van de
registratiecommissie uitkomst te bieden.
Artikel 23
Dit is het sluitstuk van het gehele systeem van afdeling 3.
De registratiecommissie heeft hiermee een sanctie om te voor
komen dat, uit een oogpunt van bescherming van de persoonlijke
levenssfeer, niet naar behoren werkende registraties een bedrei
ging kunnen blijven vormen voor de geregistreerden.
Par. 3. Het reglement
Artikel 24
Aan burgemeester en wethouders (in sommige gevallen de burge
meester; zie artikel 2) wordt hierbij opgedragen voor alle ge
automatiseerde registratiesystemen reglementen te maken.
Aangezien hiermee enige tijd gemoeid zal zijn, is in artikel
47 bepaald, dat uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van
de verordening aan lid 1 gevolg moet zijn gegeven. Het vaststel
len van de reglementen door burgemeester en wethouders vloeit
voort uit hun uitvoerende bevoegdheid.
Met de voorgestelde constructie wordt tevens bereikt dat de
reglementen moeten voldoen aan de bepalingen van deze verorde
ning
Artikel 25
Lid 2 bevat een opsomming van de onderwerpen die tenminste in
het reglement geregeld moeten worden. Deze opsomming is dus
niet limitatief. Het reglement mag meer bevatten. Het recht
op inzage en correctie wordt, behalve in de afzonderlijke reg
lementen, tevens vastgelegd in deze verordening en wel in de
artikelen 38 t/m 42. Uitzonderingen op dit recht zijn alleen
mogelijk als artikel 41 of 42 van toepassing is.
In het reglement dient te worden bepaald in hoeverre ouders
of andere wettelijke vertegenwoordigers het recht van inzage- en
correctie kunnen en mogen uitoefenen voor hun kinderen.
In lid 3 moet onder wettelijk voorschrift worden verstaan een
hogere regeling, in de zin van een algemene maatregel van be
stuur, een provinciale verordening e.d.
Artikel 26
Behalve bij de beheerder kan een geïnteresseerde het reglement
ook inzien in het openbaar register waarin het reglement volgens
artikel 15 moet zijn opgenomen.