bij bijl. nr. 110 II Par. 4. Koppeling en integratie Artikelen 27-29 Automatisering schept mogelijkheden voor het opslaan van grote hoeveelheden gegevens, maar vooral voor snelle en gemakkelijke toegankelijkheid, selectie en verregaande koppeling. Zij is in staat de ondoelmatigheid van verspreide, meestal niet te koppelen en moeilijk voor andere dan het eigenlijke doel te gebruiken gegevensverzamelingen op te heffen door middel van integratie. Daarin schuilen evenwel belangrijke gevaren voor de persoonlijke levenssfeer. Juist dit laatste is er de oorzaak van dat de toepassing van automatisering ertoe moet leiden dat ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer een aantal gren zen wordt getrokken tegenover de drang tot gegevensverzameling en -verwerking. Voor een goed begrip is het nodig bij geautomatiseerde regi straties vier situaties te onderscheiden. 'I a. Een afdeling of tak van dienst heeft gegevens die zijn ver zameld en bestemd voor intern gebruik, langs geautomatiseerde weg toegankelijk gemaakt (opgeslagen in een computer op mag neetbanden of -schijven) Dit is de gewone situatie, waarvoor de overige paragrafen van afdeling 3 gelden. Met name geldt de plicht te werken overeenkomstig het voor het betrokken registratiesysteem geldende reglement. b. Uit een oogpunt van efficiënte opslag van gegevens (geen meervoudige opslag, geen verschillen in gegevens die op de zelfde persoon betrekking hebben) worden geautomatiseerde gegevensverzamelingen van verschillende afdelingen of diens ten technisch samengevoegd. Dat is de "technische integra tie" bedoeld in artikel 27 van de verordening. Het betreft hier databanken. In dat geval is het vooral van belang te verzekeren dat de beheerder van het registratiesysteem alleen over zijn "eigen" gegevens kan beschikken en niet over gegevens van een ander registratiesysteem die in dezelfde databank zijn opgenomen. c. Gegevens uit verschillende registratiesystemen kunnen inci denteel met elkaar in verband worden gebracht. Dat kan op twee manieren gebeuren: 1. door gegevens van één of meer afzonderlijke personen, die in verschillende registratiesystemen voorkomen, te koppelen; of 2. door gegevens over bepaalde groepen personen uit diverse registratiesystemen te lichten en samen te voegen (bijv. van alle inwoners van een bepaalde leeftijd; met een be paalde godsdienst; geloven in een bepaald land) In beide gevallen is sprake van "koppelen" van gegevens uit verschillende registratiesystemen. Daarbij maakt het geen ver schil of het gaat om gegevens uit registratiesystemen die samen in één databank opgeslagen en geïntegreerd zijn, of om gegevens uit geheel los van elkaar staande registratiesystemen. d. Ten slotte kunnen gegevens van verschillende registratie systemen permanent worden samengebracht. Van één persoon wor den in dat geval alle op hem betrekking hebbende gegevens bij elkaar opgeslagen: geïntegreerd. - 11 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 524