2 bijl. nr. 137 In onderlinge samenhang zijn dit: 1. de algemene bedrijfsreserve van het gemeentelijk woningbe drijf; 2. het verouderd gemeentelijk woningbezit; 3. het afstoten van gemeentelijk woningbezit; 4. het zelf bouwen door de gemeente van nieuwe woningwetwoningen. Vervolgens zal in de beschouwing worden betrokken de in Uw ver gadering van 21 december 1981 ingediende en met algemene stemmen aanvaarde motie met betrekking tot het vaststellen van een moe derkrediet waarover beschikt kan worden bij: 1. tegenvallers die niet of nauwelijks te voorzien waren; 2. verlangens van bewoners die tijdens de renovatie naar voren komen en het voorzien in de behoefte aan een kostendeskundige bij het woningbedrijf. Op bladzijde 21 van de Nota wordt een overzicht gegeven van het verloop van de algemene bedrijfsreserve van het woningbedrijf behorende bij een normale realisering van het renovatie- en groot onderhoudsprogramma Daaruit blijkt, dat in 1986 het moment aangebroken is dat een beroep op renteloze leningen van het rijk moet worden gedaan. De snelle afbraak van genoemde reserve wordt veroorzaakt ener zijds door het sterk verouders en dus veel onderhoud en verbe tering vergend woningbezit van de gemeente en anderzijds door het niet zelf bouwen van woningwetwoningen door de gemeente, waardoor geen nieuwe middelen naar deze reserve toevloeien. De oplossingen die in deze situatie verandering zouden kunnen brengen zijn tweeërlei, namelijk het afstoten van dat verou derd woningbezit (aan de woningbouwcorporaties of inbrengen in een te vormen samenwerkingsverband met die corporaties) of het zelf weer gaan bouwen van nieuwe woningwetwoningen Eerstgenoemde oplossing achten wij vooralsnog niet realiseer baar. Over de tweede is reeds met de woningbouwvereniging een begin van gesprek geweest, doch het is thans te prematuur om daaruit conclusies te kunnen en te mogen trekken. Wel zeggen wij U toe voornemens te zijn U dienaangaande een notitie te presenteren, overigens zonder ons daarbij aan een termijn te kunnen binden. Hiermede wordt dan tevens voldaan aan de in het kader van de begrotingsbehandeling 1982 gelanceerde overwegingen van gelijke strekk ing Nog een ander en nauw met de algemene bedrijfsreserve verbonden aspect is het volgende. Al enkele malen is er in de raad en vooral in de commissie voor openbare werken - laatstelijk met betrekking tot het complex 44 woningen Dr. Ariënsplein - over gediscussieerd om bepaalde voorzieningen die door het rijk voor de toekenning van financiële steun niet worden geaccepteerd of te treffen vooruitlopend op een renovatie- of groot onderhoudsplan en uit dien hoofde niet worden aanvaard, toch uit te voeren en de daarmede gepaard gaande kosten ten laste van de algemene bedrijfsreserve te bren gen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 608