2 bijl. nr. 148
De kermisexploitanten hebben wij verzocht zich bij hun inschrij
vingen voor 1982 te willen richten op een plaats op het in 1981
gebruikte kermisterrein.
Uit de voor U eveneens ter inzage gelegde ontvangen adviezen
kan het volgende worden afgeleid.
De commissaris van politie verwijst naar zijn brief van 9 februa
ri 1976, waarin werd gesteld dat het bevoorraden van de bedrij
ven en winkels in het voetgangersdomein slechts kan geschieden
via het voetgangersdomein zelf. Uit dit oogpunt bezien zou het
verplaatsen van de kermis naar de binnenstad, met name naar
een deel van het voetgangersdomein, betekenen dat het laden
en lossen gedurende ongeveer drie weken haast onmogelijk wordt
gemaakt. Ook het bedienend verkeer zou van een deel van de bin
nenstad geen gebruik meer kunnen maken. Het afsluiten van de
binnenstad zal ook van negatieve invloed zijn op de verkeersaf
wikkeling op andere wegen en is derhalve verkeerstechnisch sterk
af te raden. De kermis op het Chasséveld geeft geen onoverkome
lijke verkeersproblemen.
Gezien de centrale opstelling van de attracties op het Chasséveld
is de kermis door het politiepersoneel doelmatig te besurveilleren
waardoor ook de bewaking beter kan plaatsvinden.
In 1982 zal een aanvang gemaakt worden met het inrichten van
een busstation ter hoogte van de Oude Vest. Dit zal een toename
van het busverkeer veroorzaken, die het plaatsen van kermis
attracties aldaar niet toe zal laten. Ook zal door de herinrich
ting van het Kloosterplein de huidige situatie zodanig wijzigen
dat er geen ruimte meer is aldaar attracties te plaatsen.
De commandant van de brandweer acht het om redenen van brandpreven
tieve aard niet toelaatbaar om kermisattracties in de binnenstad
te plaatsen.
De Bond van Kermisbedrijfshouders te Apeldoorn deelt mede dat
hi] verder wil worden ingelicht welke terreinen in de binnenstad
als kermisterrein bestemd zullen gaan worden. Omdat in de brief
van het Comité Binnenstad (waarvan de Bovak een afschrift heeft
ontvangen) de eventuele nieuwe plaatsen in de binnenstad duide
lijk waren aangegeven kan uit de brief van de Bovak worden gecon
cludeerd dat hij een slag om de arm wil houden. Het eventueel
advies van de Bovak is, gelet op de ontvangen andere adviezen,
verder niet van belang, zodat wij op het verzoek van de Bovak
niet verder zijn ingegaan.
De Nederlandse Kermisbond te Alkmaar pleit voor handhaving van
de jaarlijkse kermis op het Chasséveld. Hij deelt mede dat ver
schillende bij de enquête van het Comité Binnenstad betrokken
kermisexploitanten de mening waren toegedaan dat het Chasséveld
tot de binnenstad gerekend moest worden zodat hij vraagtekens
plaatst bij de wijze waarop de enquête is gehouden.
Uit de ontvangen adviezen kan worden geconcludeerd dat het om
verkeerstechnische en brandpreventieve redenen zeer ongewenst
zou zijn de Bredase kermis in de binnenstad te houden en dat
een van de landelijke kermisbonden zelfs pleit voor het hand
haven van het Chasséveld als kermisterrein.