c t 2 bijl. nr. 153 ad 1Is de gemeente verplicht om de onroerend-góedbelastingen te heffen? Het is Uw raad bekend dat de gemeenten op het gebied der gemeentelijke belastingen vrij autonoom zijn. Artikel 273 van de gemeentewet bepaalt dat de gemeenten ter zake van binnen de gemeente gelegen onroerend goed een belasting kunnen heffen en wel ten laste van de zakelijke genothebbenden (eigenaren) en ten laste van de feitelijke gebruikers Het staat de gemeente dus vrij om deze beide belastingen al dan niet te heffen. Zelfs is het mogelijk slechts één van beide belastingen te heffen. Uw raad zou dus kunnen besluiten een of beide belastingen af te schaffen. Dit besluit zou van invloed zijn op de woonlasten. In een bij deze nota gevoegde bijlage is een indruk gegeven voor welk bedrag deze belastingen zijn begrepen in het totaal van de woonlasten. Gelet op de financiële positie van de gemeente is het afschaffen van een of beide belastingen praktisch onmoge lijk. ad 2Zijn de opbrengsten van deze belastingen aan een maximum gebonden? Ingevolge artikel 273 van de gemeentewet mag de opbrengst ten laste van de zakelijk genothebbenden niet meer zijn dan 15% en die ten laste van de feitelijke gebruikers niet meer dan 12% van de algemene uitkering uit het ge meentefonds, nadat deze uitkering is verminderd met 80% der jaarlijkse kosten van sociale zorg. a<3 3Hoe verhouden de opbrengsten in Breda zich tot dit maximum? Dit maximum is voor de zakelijk genothebbenden voor 93% bereikt (opbrengst 13.328.000,maximum 14.394.000,—) en voor de gebruikers voor 85% (opbrengst 9.790.300, maximum 11.515.000, ad 4Is in de verhouding tussen de opbrengst ten laste van de feitelijke gebruikers en de genothebbenden krachtens zakelijk recht een wijziging aan te brengen? Indien, met handhaving van het totaal van de geraamde opbrengst, de huurders van de woningen zouden moeten worden ontzien bestaat dus nog de mogelijkheid om de gebruikers heffing te verminderen en de eigenarenheffing te verhogen. Alsdan zou de heffing ten laste van de zakelijk genothebbenden met 1.066.000,verhoogd kunnen worden en de gebruikers heffing met eenzelfde bedrag of met 10,88% kunnen worden verminderd tot totaal 8.724.300, Echter moet niet worden uitgesloten dat de eigenaren van de woningen de verhoogde belasting in de huur zullen door berekenen Het beoogde effect zal alsdan verloren gaan. Verder heeft een verschuiving van de belastingdruk nog een nadelig gevolg voor de toekomst. Als immers een nood- C

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 662