4
Jongere gezinnen, met een veelal bescheiden inkomen, zijn
dikwijls aangewezen op de duurdere woningen. Deze laatsten
zouden door het invoeren van een belastingvrij minimum
wel zwaarder worden belast omdat zij in verband met de
geraamde opbrengst nog meer moeten gaan betalen.
Voor de in verband met een belastingvrij minimum te derven
inkomsten van de gemeente, krijgen zij de rekening gepre
senteerd
In een bij deze nota gevoegde bijlage is aangegeven welk
effect het invoeren van een belastingvrij minimum op de
belastingopbrengst voor het jaar 1982 zou hebben.
Het is ons bekend dat sommige gemeenten bij de heffing
van de onroerend-goedbelastingen voor de gebruikersbelas
ting wel een belastingvrij minimum hebben vastgesteld.
Zo bepaalt de verordening van de gemeente Utrecht dat
de gebruikersbelasting niet wordt geheven van woningen
beneden een waarde in het economische verkeer van 39.000,
Dit belastingvrije minimum is vastgesteld in verband met
de relatie van de gebruikersbelasting met de vervallen
personele belasting.
Bij de personele belasting was per klasse de hoogte van
de belastbare huurwaarde bepaald waar beneden geen belas
ting naar de grondslag huurwaarde verschuldigd was. Men
noemde dit de belastingvrije som. De woningen die een
hogere huurwaarde hadden dan de belastingvrije som vielen
voor dat verschil wel in deze belasting. Verschillende
gemeenten hebben bij de gebruikersbelasting een belasting
vrij minimum voor de onroerend-goedbelasting vastgesteld
dat gerelateerd was aan de hoogte van de belastingvrije
som van de personele belasting. Dit betekent dat zij,
die voorheen geen personele belasting verschuldigd waren
ook niet in de heffing van de gebruikersbelasting betrok
ken worden.
De gemeente Breda heeft bij de invoering van de onroerend-
goedbelastingen bewust nagelaten deze relatie met de per
sonele belasting door te trekken omdat het de bedoeling
van de wetgever was zoveel mogelijk ingezetenen van de
gemeenten bij het fiancieel beleid van de gemeente te
betrekken
Verder brengen wij nog het tweede lid van artikel 10 van
het besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen onder
Uw aandacht. Hierin is bepaald: "In de belastingverorde
ning worden tegemoetkomingen uit hoofde van belastingvrije
bedragen en persoonlijke omstandigheden uitsluitend ver
leend in de vorm van een overeenkomstig door onze ministers
van binnenlandse zaken en van financiën te geven regelen be
paalde vaste of procentuele vermindering van de belas
ting 11
Omdat naar het oordeel van de ministers het heffen naar
draagkracht in de gemeentelijk belastingen niet past,
zijn de bedoelde regelen niet vastgesteld (zo blijkt uit
par. 4.6. van "de nota de werking van de onroerend-goedbe
lastingen in de praktijk", uitgegeven door de staatssecre
tarissen van binnenlandse zaken en van financiën in decembe
1978)
bijl. nr. 153