bijl. nr. 154
De exploitatie geschiedt volgens het systeem van dynamische
kostprijshuurwat is gebaseerd op een berekeningssysteem, waar
bij uitgegaan wordt van toekomstige inflatoire ontwikkelingen.
Aan de hand van de stichtingskosten wordt de huur bepaald.
Op basis van voorlopige becijferingen kan de huur worden ge
steld op gemiddeld 573,85 per maand.
Voor wat betreft de exploitatieduur van de woningen wordt uit
gegaan van 50 jaar.
De jaarlijkse bijdrage, zijnde het verschil tussen de dynamische
kostprijshuur en de aan de hand van de stichtingskosten becijfer
de vraaghuuris in het huidige systeem de sluitpost van de
exploitatie
Bij beschikking van de minister van volkshuisvesting en ruimte
lijke ordening van 9 december 1981") is een voorlopige jaarlijk
se bijdrage toegekend van 1.198.846,
De rente van de aangetrokken geldlening is hoger dan die welke
geldt voor leningen, die door het rijk worden verstrekt voor
de bouw van woningwetwoningen. Omdat het hier woningen betreft
die door de eigenaar zonder enig winstoogmerk zullen worden
geëxploiteerd acht de minister het ongewenst indien de huur door
de hogere financieringslasten te zeer zou afwijken van die van
woningen die met rijksleningen tot stand komen. Voor het rente-
verschil is, ter voorkoming van een hogere huurprijs, een extra
subsidie toegekend van 280.811,welk bedrag reeds is begrepen
in bovengenoemde jaarlijkse bijdrage.
In de beschikking deelneming van het rijk in garanties van de
gemeente voor de bouw van woningen en woongebouwen door toege
laten instellingen en andere rechtspersonen die geen winst be
ogen, is bepaald, dat het rijk onder bepaalde voorwaarden voor
100% kan deelnemen in het eventuele verlies dat voor de gemeente
voortvloeit uit het garanderen van de richtige betaling van
rente en aflossing van de lening.
Aangezien de kale huur van de woningen blijft beneden de huur-
prijsgrens, genoemd in de woonruimtebeschikking 1974, zouden
de woningen ook kunnen vallen binnen het systeem van de woon
ruimteverdeling waarvan de hoofduitgangspunten zijn vastgesteld
in de raadsvergadering van 26 januari 1982.
Zoals gebruikelijk zal de garantieverlening geschieden overeen
komstig de door Uw raad vastgestelde "algemene voorwaarden voor
gemeentelijke garanties van geldleningen", met dien verstande
dat de geldsom genoemd onder punt II, ad 2 niet zal worden be
legd bij de gemeente. Voor deze geldsom zal door de stichting
een bankgarantie worden afgegeven.
De meerderheid van ons college is voor de garantieverlening.
Twee leden van het college zijn om de bekende redenen tegen
het voorstel voor garantieverlening.
2