bijl. nr. 160 Wellicht ten overvloede merken wij op dat de opbrengst bij een openbare verkoop lager ligt dan bij een vrijwillige verkoop. Alle pogingen van de Amsterdam-Rotterdam Bank N.V. en de ge meente Breda om de eigenaar weer in het goede spoor te krijgen zijn mislukt. Gezien het vorenstaande hebben wij dan ook de voormelde bank instelling toestemming gegeven tot openbare verkoop van de be treffende woning. Wij hebben recentelijk vernomen dat de eigenaar toch nog er in geslaagd is om de woning vrijwillig te verkopen en wel voor de prijs van 80.000, Door deze vrijwillige onderhandse verkoop is de opbrengst aan merkelijk hoger geworden dan de aanvankelijk gedachte openbare verkoop-prijs van 60.000,In dit laatste geval zou het verlies van de gemeente Breda 20.000,kunnen hebben be dragen. De ter zake opgestelde stukken hebben wij voor U ver trouwelijk ter visie gelegd. Ten aanzien van de uit de bovenomschreven vrijwillige verkoop voortvloeiende financiële consequenties mogen wij U het volgende mededelen In de betreffende voorwaarden en bepalingen voor het garanderen van rente en aflossing van een lening is de omvang van de aan sprakelijkheid van de gemeente uit hoofde van de borgtocht vast gelegd. Deze is bepaald op de vordering van de geldgever uit hoofde van de overeenkomst van geldlening op de datum van de (openbare) verkoop. De vordering bestaat op de eerste plaats uit het op die datum nog niet afgeloste (gedeelte van de) hoofdsom; verder uit de tot die datum berekende rente over de (restant) hoofdsom en dan eventueel ingevolge de overeenkomst van geldlening verschul digde boeten en kosten. Uit de betreffende overeenkomst zal dan ook uiteraard moeten blijken welke boeten (eventueel in de vorm van renten) de geld gever in rekening kan brengen. Zoals wij U reeds hebben medegedeeld loopt de rente tot de datum van de (openbare) verkoop. Voor de rente tot de datum, waarop de koper de koopsom betaalt, is de gemeente niet aansprakelijk. De Amsterdam-Rotterdam Bank N.V. heeft de gemeente Breda bij schrijven d.d. 2 februari 1982 (woninghypotheeknummer 49.33.44.535)") aangesproken voor een totaalbedrag van 6.485,72. Het is overduidelijk dat de gemeente Breda niet zo zonder meer aansprakelijk is voor het nadelige verschil die er bij de (open bare) verkoop voor de Amsterdam-Rotterdam Bank N.V. is. De aan sprakelijkheid van de gemeente Breda als borg blijft beperkt tot het gedeelte, waarvoor de gemeente zich overeenkomstig het garantiebesluit aansprakelijk heeft verklaard. Om in de toepassing van de in bijlage I vervatte voorwaarden en bepalingen, waaronder - om voor deelneming van het rijk in aanmerking te komen - de gemeentelijke garantie moet zijn ver strekt, eenheid te bereiken is het onzes inziens op zijn plaats dat de gemeente als verlies aan de geldgever betaalt het bedrag dat voor deelneming van het rijk als verlies wordt aangehouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 691