bijl. nr. 161 Uit het verslag blijkt, dat er thans over de inhoud van de verordening geen verschillen van mening meer zijn. De conclusies uit dat gesprek zijn: "1. Er is een verduidelijking over en weer gegeven; beider zijds wordt geconstateerd, dat er inhoudelijk geen ver schil van mening meer bestaat. 2. Het O.B.N. blijft wel problemen houden met de plaats, waar sommige zaken in de verordening geregeld zijn, met de formuleringen en met de naam van de adviesraad. 3. Afgesproken wordt, dat het voorstel tot benoeming van de leden van dë adviesraad uit het preadvies wordt ge schrapt 4. Van gemeentezijde wordt toegezegd aan de cie. algemene zaken dit gesprek te melden; voorts zal in het gewijzigde preadvies voor de raad een nadere toelichting over de aan de orde geweest zijnde discussiepunten worden opge nomen. Hiermee wordt door het O.B.N. ingestemd. Het gewijzigde preadvies zal voorafgaande aan de vergade ring van de commissie algemene zaken aan het O.B.N. worden toegezonden". Op de besproken punten zullen wij waar nodig hierna onder 4 nader ingaan. Bij brief van 23 november 1981") heeft de interimgroep Hoge Vucht (=de bewonersleden van het projectteam Hoge Vucht) laten weten, dat zij zich - op enkele detailpunten na - achter de inhoud van het concept van de verordening kan stellen. Aan het slot van dit voorstel komen wij hierop nog terug. Uitgangspunten voor de verordening In de nota van burgemeester en wethouders over het beleids plan Hoge Vucht d.d. november 1980 zijn wij uitvoerig ingegaan op het betrekken van de bewoners bij de uitvoering van het beleidsplan (pagina's 18 t/m 26)''). Deze standpuntbepaling was gewenst ten behoeve van de duide lijkheid over de vraag, op welke wijze het betrekken van de bewoners bij de uitvoering van het beleidsplan inhoudelijk en juridisch gestalte diende te krijgen. Uw raad heeft ons standpunt hierover bij de besluitvorming op 21 april 1981 onderschreven. Dit houdt - samengevat - in: - er dient een centrale adviesraad Hoge Vucht te worden geformeerd op basis van artikel 62 lid 2 van de gemeente wet (d.w.z. een vaste commissie van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders; de regeling van de bevoegdhe den en de samenstelling geschiedt door de raad op voorstel van burgemeester en wethouders) - er dienen in de verordening zodanige waarborgen te worden opgenomen, dat de inbreng van de bewoners bij de advisering door de Centrale Adviesraad voldoende tot zijn recht kan komen; daarnaast dienen er waarborgen te worden geschapen ten opzichte van de door de adviesraad uitgebrachte ad viezen en de mede op grond hiervan tot stand te komen be sluitvorming door ons college. Vanuit deze uitgangspunten is het overleg met het O.B.N. en de interimgroep Hoge Vucht gevoerd. 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 695