4
bijl.nr. 161
In het tweede gedeelte van de verordening (de artikelen 9
e.v.) zijn de bepalingen met betrekking tot de werkgroepen,
alsmede de relaties tussen de adviesraad en de werkgroepen
opgenomen
Wij zijn van mening dat hiermee de tweeledige functie van
de adviesraad duidelijk tot haar recht komt.
In artikel 3 wordt bepaald, dat wij geen beslissingen kunnen
nemen met betrekking tot onderwerpen, die tot het werkterrein
van de adviesraad behoren, zonder daarover aan die adviesraad
advies gevraagd te hebben.
De samenstelling van de adviesraad is geregeld in de artikelen
4 en 5Het aantal leden zal minimaal 7 en maximaal 9 bedragen.
Voorwaarden, die aan het lidmaatschap gesteld worden zijn:
- de leden dienen woonachtig te zijn in de wijk Hoge Vucht;
- ambtenaren of leden van Uw raad kunnen geen lid van de
adviesraad zijn.
De benoeming van de leden dient te geschieden door Uw raad.
De eerste aanbeveling dient te worden opgemaakt door de interim-
groep Hoge Vucht. Overeenkomstig de motie")die in de vergadering
van Uw raad van 22 september 1981 werd aangenomen, zal hiertoe
een open wervingsprocedure worden gevolgd.
Aangezien deze procedure thans nog niet is afgerond, zullen
wij U naar verwachting ten behoeve van de raadsvergadering
van mei een voorstel voorleggen inzake de benoeming van de
leden en de plaatsvervangende leden van de adviesraad.
In artikel 7 is o.m. geregeld, dat de adviesraad aanspraak
kan maken op ambtelijke bijstand. In ons voorstel inzake
het beleidsplan Hoge Vucht hebben wij opgemerkt, dat deze
functie bezien zal worden in het kader van de rijksbijdrage
regeling sociaal-cultureel werk. Bij brief van 9 november
1981 heeft de minister van c.r.m. laten weten, dat er thans
geen financiële middelen beschikbaar zijn als gevolg van re
cente bezuinigingsmaatregelen.
Wij onderzoeken op dit moment andere mogelijkheden. Duidelijk
is in ieder geval, dat een goed functioneren van de advies
raad mede afhankelijk is van voldoende ondersteuning.
Een centrale rol is de advisering aan ons college, vervullen
in feite de werkgroepen (artikelen 9 en 10)Via de werkgroepen
zal de inbreng van de direct betrokken bewoners gestalte
dienen te krijgen.
De werkgroepen worden ingesteld door de adviesraad, onder
goedkeuring van ons college (artikel 9 lid 6)De adviesraad
stelt de voorwaarden vast, waaronder een werkgroep zal gaan
functioneren. De vereiste goedkeuring door ons college is
met name van belang om te toetsen, of aan het beleidsplan
en de daarmee samenhangende financiële randvoorwaarden is
voldaan. In feite stellen de werkgroepen inhoudelijk de advie
zen op met betrekking tot de verdere uitwerking en de uitvoe
ring van het beleidsplan.
De adviesraad heeft ten aanzien van een werkgroep een initiëren
de, coördinerende, informatieve en ondersteunende functie.
In zijn advisering aan ons college kan de adviesraad slechts
op grond van een 3-tal motieven afwijken van het standpunt
van de betreffende werkgroep, n.l.: