aan bijl. nr. 166 Ad. 3. gen De woningen zijn door de stichting toegewezen na ontvangst van kandidaten voorgedragen door het C.R.B. De toewijzing is geschied naar genoegen van het C.R.B. Wij vinden het juist dat het C.R.B. zich bij de uitvoering van de taak "de beschikbaar komende woon ruimte zo doelmatig mogelijk te verdelen" niet heeft laten rem men omdat op de in geding zijnde garantie-aanvrage nog niet is beslist. Ad. 4. De gestelde vraag is naar onze mening niet relevant. Het initia tief is ten enenmale uitgegaan van de stichting S.H.A. en niet van de woningbouwvereniging of de gemeente. Aanvragers van een gemeentegarantie hebben recht op een beslissing op hun aanvrage los van de overwegingen vervat in de vraagstelling. Ad. 5. Vraag 4 is niet bevestigend beantwoord, zodat deze vraag geen verder antwoord behoeft. Het college kan zich unaniem verenigen met de beantwoording van deze vragen. Hierbij wordt de kanttekening gemaakt dat de meningen van de Pv.d.A.-wethouders over de relatie Stichting Huisvesting Alleenstaanden/gemeente meermaals zijn vastgelegd en dus bekend zijn. -14-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 746