bijl.nr. 202
de volkshuisvesting en het feit, dat diezelfde ver
schuivingen politiek aanvaard werden als een bijdrage
in de verwezenlijking van de nivelleringsgedachte.
Wij laten bij deze stellingname - zoals wij ook in
de notitie hebben gedaan - uitdrukkelijk buiten be
schouwing de manier, waarop in concreto aan verschui
vingen gestalte is gegeven.
Een veelheid van constructies is hierbij denkbaar en
evenzeer is het dan denkbaar dat zich daarbij construc
ties bevinden die ontoelaatbaar geacht kunnen worden
en onder omstandigheden aanleiding kunnen geven tot
een gerechtelijke toetsing.
Waar U in vraag 2 met "deze verschrijvingen" kennelijk
refereert aan de onder Uw vraag 1 genoemde verschrij
vingen die het ministerie van volkshuisvesting en ruim
telijke ordening heeft aangetroffen, delen wij U mede
dat wij van deze verschrijvingen hebben kennis genomen
middels de brief van de staatssecretaris van 15 januari
1982, waarbij wij dan doelen op de omvang van de kos-
tenverschuiving en op de wijze waarop zulks is geschied
Het zal U in dit verband duidelijk zijn, dat een rap
portage onzerzijds in de richting van de rijksoverheid
geen zin had.
De in Uw vraag vervatte veronderstelling als zou het
in het kader van het onderzoek inwinnen van informaties
hebben moeten leiden tot het duidelijk aan het licht
brengen van de gepleegde verschrijvingen, kunnen wij
niet delen. De commissie had primair tot taak, vragen
van leden van de commissie openbare werken te beant
woorden; de aard van deze vragen bracht naar ons oor
deel niet met zich mede, de verschrijvingen op zich
aan een onderzoek te onderwerpen (waarbij wij opmerken,
dat reeds in de vragen zelf het feit van de verschrij
vingen kennelijk als een gegeven wordt beschouwd)
-7-