bijl.nr. 206
Wel zullen het centrale arbeidsvoorwaardenbeleid en de centrale
deskundigheidseisen ten aanzien van de beroepskrachten reeds
in deze jaren gelden.
Ons college acht het niettemin toch van belang dat voor deze
overgangsperiode door Uw raad een overgangsregeling wordt vast
gesteld waarin de te stellen subsidievoorwaarden zijn opgenomen.
Een aantal bepalingen van de Rijksbijdrageregeling Maatschappe
lijke Dienstverlening Fase I zijn gedurende de overgangsperiode
reeds van kracht (art. 18-20, 22 eerste lid, 2 en 28 derde lid).
Daarenboven kan ons college het nemen van een beslissing ten
aanzien van een subsidiebeschikking slechts op grond van een
raadsbesluit of verordening nemen.
De grondslag voor de berekening van de eerste voorlopige maximale
bijdrage 1982 bestaat voor de gemeente Breda uit ten hoogste
de som van de door het rijk voor het jaar 1981 aan de in Breda
werkzame uitvoerende plaatselijke en regionale instellingen
voor maatschappelijke dienstverlening verstrekte structurele
subsidies in de personele en apparaatskosten. Dit overeenkomstig
de maximale vaststelling 1981 op grond van de geldende rijkssub
sidieregelingen. De toegekende bedragen worden verhoogd met
de voor het jaar 1981 geldende periodieke verhogingen in de
kosten verbonden aan gedane toezeggingen tot september 1981
en verminderd met de structurele verlaging van de rijksbijdrage,
waarover Uw raad reeds is geïnformeerd en waarvan besloten is
deze verlaging onverkort door te trekken naar de gesubsidieerde
instellingen (ligt ter visie op de leeskamer)
Voor Breda betreft het de volgende instellingen:
het Instituut voor Maatschappelijk Welzijn (werkvorm maatschap
pelijk werk) Stichting Telefonische Hulpcentrale en de Stichting
F.I.O.M. West-Brabant.
Ons college stelt Uw raad voor akkoord te gaan met de tijdelijke
subsidieverordening maatschappelijke dienstverlening. Deze ver
ordening is voor het grootste deel gebaseerd op de door Uw raad
reeds vastgestelde tijdelijke subsidieverordening voor sociaal
cultureel werk en emancipatie en voor wat betreft de grondslagen
voor de berekening van de subsidie is dezelfde methodiek gevolgd
als voor de verordening, inhoudende de voorwaarden waaronder
aan de Stichting Gecoördineerd Bejaardenwerk Breda subsidie
wordt verleend.
Het hanteren van deze grondslagen wijkt af van de tot dusver
gehanteerde grondslagen voor de subsidieberekening voor het
I.M.W. (werkvorm maatschappelijke dienstverlening) en de Stich
ting Telefonische Hulpcentrale, die grotendeels gebaseerd waren
op de nu vervallen rijkssubsidieregeling voor het algemeen maat
schappelijk werk.
Met de Stichting F.I.O.M. West-Brabant bestond tot dusver geen
subsidierelatie. Wij voorzien dat deze wijziging wellicht bij
de subsidie-afrekening voor de gemeente tot enige besparing
zal leiden, zonder dat dit het niveau van de uitvoering zal
raken. Over de tijdelijke subsidieverordening S.K.W. is uit
voerig inspraak gehouden. Zoals bekend bestaat deze verordening
grotendeels uit algemene en administratieve verplichtingen voor
de instellingen.