bij bijl.nr. 206
Hoofdstuk III; Algemene Voorwaarden
Paragraaf 1; Bepalingen betreffende de instelling
Artikel 6
Een rechtspersoonlijkheid bezittende instelling dient zodanig
te functioneren, dat redelijkerwijze mag worden verwacht, dat,
met inachtneming van de in de statuten vermelde middelen, de
in de statuten vermelde doelstellingen van de instelling wor
den verwezenlijkt.
Paragraaf 2: Bepalingen betreffende het personeel
Artikel 7
T~. De arbeidsvoorwaarden en de taakomschrijving van de beroeps
krachten komen overeen met door de minister ter zake te stel
len regelen.
2. Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de
ter zake door de minister gestelde regelen, nadere regelen
stellen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden en de taakom
schrijving van beroepskrachten.
Artikel 8
1. De subsidiabele personeelsformatie van een rechtspersoon
lijkheid bezittende instelling alsmede wijziging daarvan,
worden vastgesteld door burgemeester en wethouders.
2. Het besluit tot het opvullen van een vacature binnen een
overeenkomstig het eerste lid vastgestelde personeelsfor
matie bij de in dat lid bedoelde instelling, wordt door deze
genomen na overleg met burgemeester en wethouders.
Artikel 9
De met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 7 en 8
door een instelling op te stellen arbeidsvoorwaarden, taakom
schrijvingen en arbeidsovereenkomsten betreffende het bij de
instelling in dienst zijnde personeel worden schriftelijk vast
gelegd
Hoofdstuk IV: Grondslagen voor de berekening van subsidie
Artikel 10
1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 2 en 4 wordt aan
de instelling subsidie verstrekt in de exploitatiekosten
tot maximaal de bedragen zoals deze op de door de instelling
ingediende begroting vermeld, welke begroting door burge
meester en wethouders dient te zijn goedgekeurd.
2. De subsidie bedraagt niet meer dan het nadelig exploitatie
saldo
3. Bovendien wordt subsidie verstrekt in de werkelijke kosten
die door de instelling worden gemaakt om haar financiële
verplichtingen na te komen, welke voortvloeien uit regelingen
die betrekking hebben op de rechtspositie van personeel,
als bedoeld in artikel 7 van deze verordening, voor zover
deze kosten niet in de begroting zijn voorzien.