6 bijl.nr. 217 Bovendien wordt t.a.v. het gehele gebied voorbij gegaan aan de mogelijkheden voor de ontwikkeling van bedrijfs terreinen aldaar. Een haalbaarheidsonderzoek t.b.v. de geluidshinderrecreatie nabij de vuilstort, zal dan ook rekening moeten houden met alle mogelijke ontwikkelingen in dit gebied; b. de Haagse Beemden: in het basisplan wordt het recreatie gebied Asterdplas aangeduid als een concentratiepunt van bovenwijkse - locale - betekenis. Wij menen echter dat wanneer in het Asterdgebied een recreatiepias van enige omvang zal worden verwezenlijkt, dit gebied voor bepaalde recreatievormen een méér dan locale functie zal hebben. Met betrekking tot het beleidsprogramma willen wij Uw raad een tweetal aspecten voorleggen: a. planactiviteiten waarbij Breda betrokken is: zoals blijkt uit het beleidsprogramma zijn er nog al wat planactivitei ten in PP.0.-verbandwaarbij Breda betrokken is. Niet ten onrechte is in het basisplan de nadruk gelegd op het stedelijk kerngebied. Wij realiseren ons echter wel dat de voorgestelde planactiviteiten duidelijke wissels op de toekomst trekken; waarbij het voor ons college evident is, dat in de nabije toekomst de financiële situa tie het niet toe zal laten op het totale beleidsprogramma in te spelen. Daarnaast zijn wij van mening dat de thans aangebrachte fasering slechts gezien mag worden als een handreiking om de knelpunten aan te pakken en dat aanpassing hier van (afhankelijk van de zich voordoende situatie) altijd mogelijk moet zijn. Vooralsnog is het standpunt van ons college dat voorrang gegeven dient te worden aan de totstandkoming van een deelplan voor het gebied ten zuiden van Breda en dat alle overige planactiviteiten bezien moeten worden vanuit enerzijds de budgettaire consequenties en anderzijds de criteria zoals deze door Uw raad bij de behandeling van de knelpuntennota basisplan zijn vastgesteld; b. stadsgewestelijke activiteiten die vallen buiten het P.P.O.-verband het spreekt vanzelf, dat het stadsgewest als ontwerper van het basisplan zorg moet dragen voor een goede coördi natie van het gewestelijk recreatiebeleid in relatie tot andere overheden en aangrenzende samenwerkingsver banden en zich bezig houdt met het bewaken en eventueel bijstellen van basisplan. Wij kunnen ons echter niet zonder meer verenigen met de taakstelling zoals deze verder uit deze activiteiten naar voren komt. Onzes inziens zijn voor die activitei ten dan wel de gemeenten zelf verantwoordelijk dan wel andere overheden of organisaties voor handen, die deze activiteiten kunnen ontplooien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 981