Bijlage nr. 219
Notitie van burgemeester en wet
houders naar aanleiding van het
voorstel inzake de centrale verkeers
regeling
Aan de raad der gemeente
Breda
De verwikkelingen rond het voorstel dat vanavond onder punt
staat geagendeerd, zijn enige keren in ons college aan de orde
geweest
Wij hadden daarbij de beschikking over het inmiddels ook aan U
door tevisielegging bekende dossier, dat ten behoeve van de na
dere behandeling door een ambtelijke groep werd samengesteld.
De slotsom van onze bespreking is geweest
a) dat er bij deze verwikkelingen bij geen der betrokkenen van
boos opzet sprake was,
b) dat zij op de keper beschouwd niet hadden mogen vóórkomen.
Wij willen niet verder ingaan op het onder a] vermelde, omdat
het achteraf weinig zin heeft over misverstanden, over hele of
halve of verminkte informatie en over mogelijk een zekere noncha
lance lang na te praten.
Des te meer vinden wij aanleiding nog enige aandacht te besteden
aan punt b)omdat bij de constatering dat iets niet had mogen
vóórkomen, naar onze mening onmiddellijk dient te worden bezien
of en hoe dat voortaan dan wel zou kunnen worden voorkómen.
Als die vraag op tafel wordt gelegd, dienen zich direct twee
subvragen aan, namelijk
1) wat is de oorzaak of wat zijn de oorzaken van het ongewenste
gebeuren?
2) welke maatregelen zouden getroffen kunnen worden en op welke
termijn, opdat het ongewenste gebeuren niet meer plaatsvindt?
Wij achten het onze plicht ons -tastende- antwoord op beide
subvragen ten voordele van Uw en ons functioneren op papier te
zetten en aan U voor te leggen. Wij zullen dit doen door het inci
dent te plaatsen binnen het ruimere kader van Uw en ons bestuur
lijk-ambtelijk opereren anno 1982.
De oorzaak of oorzaken
Het gebruik van de woorden "anno 1982" in de vorige alinea duidt
er al op dat wij te maken hebben met een actuele kwestie of in
ieder geval met een die niet van alle tijden is geweest.
