bijlagenr. 251
Wij achten het van belang dat het preventieve aspect van de
logopedische hulp in onze stad gestalte krijgt. Deze omvat:
1 vroegonderkenning van logopedische afwijkingen bij school
kinderen door leerkrachten, schoolartsen en jeugdverpleeg-
kundigen. Adequate instructie door een logopedist is dan
noodzakelijk. Ook zullen zij in voorkomende gevallen een lo
gopedist moeten kunnen consulteren;
2. een logopedisch onderzoek van door leerkrachten, schoolart
sen en jeugdverpleegkundigen gesignaleerde kinderen, waar
van verslag wordt uitgebracht aan de directe verwijzer; in
ieder geval aan de schoolarts.
Dit onderzoek kan leiden tot:
- geruststelling van de betrokken personen als geen afwij
king wordt gevonden;
- gesprekken met ouders en leerkrachten om hen te adviseren
de ontwikkeling op een bepaalde wijze gunstig te beïnvloe
den gevolgd door hercontrole. De frequentie en intensiteit
van deze gesprekken zal afhankelijk zijn van de geconsta
teerde problematiek;
- een advies aan de ouders om met de huisarts (c.q. K.N.O.-
arts) contact op te nemen. Deze zal dan nagaan, mede naar
aanleiding van het logopedisch onderzoeksverslag, in hoe
verre er een medische indicatie bestaat tot behandeling.
3. screening van nader te definiëren risicogroepen;
4. nagaan in hoeverre verwijzingen van voor behandeling in aan
merking komende kinderen het gewenste resultaat hebben
gehad;
5. epidemiologisch onderzoek naar het vóórkomen en het na
tuurlijke beloop van logopedische afwijkingen;
6. voorlichting aan individuele leerkrachten, schoolteams,
ouders (individueel en groepsgewijs).
In de begroting 1983 hebben wij f 52.000,uitgetrokken ten be
hoeve van deze preventieve logopedische hulpverlening. Het is
niet mogelijk om met dit bedrag alle schooltypen in de gehele
stad te voorzien. Wij wensen prioriteit te verlenen aan de
kleuter- en lagere scholen.
Ook dan is het echter niet mogelijk alle scholen op dit terrein
te helpen. In het overleg met de stadsgewestelijke gezondheids
dienst is ons gebleken dat een start in geografisch samenhan
gende delen van de stad de voorkeur geniet.
Gezien de aantallen leerlingen en de gedifferentieerde popula
tie stellen wij voor tijdens het schooljaar 1983-1984 de preven
tieve logopedische hulp plaats te laten vinden door de stadsge
westelijke gezondheidsdienst in Breda-Noord (Belcrum, Doornbos-
Linie, Biesdonk, de Geeren en Wisselaar) en Breda-West (Haag
poort, Heuvel en Tuinzigt).
Motieven die aan de keuze voor deze stadsdelen ten grondslag
liggen zijn:
- door het grote aantal kansarme leerlingen in deze wijk,
verwachten wij de problematiek in versterkte mate aan te
treffen
- 2 -