bijlagenr. 255
omschreven in overeenstemming met de omschrijving van deze
begrippen in wettelijke regelingen en vakliteratuur.
Hoofddoelstelling is het milieubeheer; het energie- en
grondstoffenbeheer, het natuur- en landschapbeheer en de
milieuhygiëne zijn uit de hoofddoelstelling voortkomende
doelstellingen
Bij de inhoud van artikel 2 merkt ons college het volgende
op: het zal Uw raad duidelijk zijn, dat het bereiken
- althans zo dicht mogelijk benaderen - van de doelen met
betrekking tot het milieu een zaak is van de totale samen
leving. De rol welke de gemeentelijke overheid speelt, bij
het bereiken van de doelen, wisselt in belangrijkheid en
intensiteit en is in hoge mate afhankelijk van de rollen
welke hoger geplaatste overheden in deze spelen.
De hoofdtaken, ter uitvoering op te dragen aan de milieu
dienst, zijn in artikel 3 aldus gerubriceerd:
- in het eerste lid de algemene hoofdtaken;
- in het tweede tot en met vijfde lid de hoofdtaken
gericht op de hoofddoelstelling en de doelstellingen;
- het zesde lid biedt de mogelijkheid te voldoen aan de
verzoeken om hulp - op het gebied van het milieubeheer -
afkomstig van gemeenten in het stadsgewest Breda dan wel
van het stadsgewest-bestuur.
Het merendeel van de hoofdtaken genoemd in de eerste vijf
leden van dit artikel wordt thans uitgevoerd door de
dienst van beplantingen, door afdelingen van de dienst van
openbare werken en de secretarie en door het vervoer
bedrijf.
Het ligt in ons voornemen de door Uw raad vastgestelde
verordening op 1 januari 1984 in werking te doen treden.
Het tijdstip van inwerkingtreding is echter afhankelijk
van de duur van de goedkeuringsprocedure - op Uw besluit -
in gedeputeerde staten en van de duur van het samensmel
tingsproces van de organisatie-onderdelen, welke te zamen
de milieudienst zullen vormen.
3.2. Bij de tijdelijke bestemming van het pand Ginnekenweg 275
Het pand Ginnekenweg 275 heeft de bestemming "ambtswoning
van de burgemeester". Binnenkort zal het pand - tijdelijk -
niet als zodanig worden gebruikt.
Ons college stelt Uw raad voor het pand, voor de tijd dat
het niet als ambtswoning wordt gebruikt, te bestemmen voor
de huisvesting van een deel van het personeel van de
milieudienst. Het gaat hierbij om die medewerksters en
medewerkers, die niet gehuisvest zijn of kunnen worden in
de dienstgebouwen, welke thans in gebruik zijn bij de
dienst van beplantingen en het vervoerbedrijf. Te denken
valt aan degenen die de directie-functie en de "onder
steunende" functies zullen vervullen en degenen die van de
dienst van openbare werken en de secretarie naar de milieu
dienst zullen overgaan.
- 2 -