bij bijlage nr. 255 A
e. het (doen) onderhouden van bij andere gemeente
lijke huishoudingen in beheer zijnde groenvoor
zieningen
Ter uitvoering van het in artikel 2, onder d, om
schreven doel wordt aan de huishouding opgedragen
a. het voorkomen dan wel zoveel mogelijk verminde
ren van gevaar, schade en hinder veroorzaakt
door inrichtingen, aan hun omgeving;
b. het voorkomen dan wel zoveel mogelijk verminde
ren van overige vormen van gevaar, schade en
hinder voor de omgeving;
c. het voorkomen dan wel zoveel mogelijk beperken
van
- waterverontreiniging, veroorzaakt door huis
houdens en inrichtingen;
- overige vormen van waterverontreiniging;
d. het coördineren van het beheer van grond- en
oppervlaktewater
e. het voorkomen dan wel zoveel mogelijk verminde
ren van milieuhinder tengevolge van luchtver
ontreiniging door verkeer, industriële inrich
tingen en agrarische inrichtingen alsmede het
tegengaan van overige vormen vaa luchtveront
reiniging;
f. het verminderen en voorkomen van geluidhinder,
veroorzaakt door het verkeer en als gevolg van
industrie-lawaai alsmede het verminderen en
voorkomen van overige vormen van geluidhinder;
g. het voorkomen van verdere milieuschade alsmede
het zo mogelijk herstellen van milieuschade
tengevolge van bodemverontreiniging;
h. het voorkomen dan wel zo veel mogelijk beper
ken van bodemverontreiniging door:
- het zorgdragen voor een optimale verwerking
en verwijdering van afvalstromen en het voor
komen en het zoveel mogelijk beperken van
afvalstromen
- het tegengaan van illegale vuilstortingen en
-opslag;
- het meewerken aan het zodanig situeren en
inrichten van afvalstortplaatsendat dit
leidt tot zo weinig mogelijk bodemveront
reiniging;
- het voorkomen van overige vormen van bodem
verontreiniging;
- het (doen) verwijderen van afval zoals: huis
vuil, grof gezinsvuil, bedrijfsafval, veeg-
vuil, marktafval, bouw- en sloopafval, riool
slib, agrarisch afval, ziekenhuisafval
chemisch afval en andere probleemafval
stoffen
- 5 -