bijlagenr. 257 b. het maken van gevaren-analyses. LEIDING EN VERANTWOORDING Artikel 4 1Aan het hoofd van de huishouding staat een comman dant, hij wordt door burgemeester en wethouders benoemd. 2. De commandant staat, als hoofd van de huishouding, onder het gezag van burgemeester en wethouders; hij is aan hen verantwoording verschuldigd over de door hem gevoerde leiding van de onder hem ge plaatste huishouding en over de uitvoering van de aan de huishouding opgedragen werkzaamheden; hij oefent zijn taak uit met inachtneming van door burgemeester en wethouders gestelde of te stellen regelen 3. De commandant doet aan burgemeester en wethouders voorstellen omtrent de door hen te treffen maat regelen met betrekking tot het personeel, dat hem bij de vervulling van de aan de huishouding opge dragen taken behulpzaam is. 4. De commandant regelt, met inachtneming van de bepalingen van deze verordening en andere door de raad of burgemeester en wethouders gestelde of te stellen regelen, de werkzaamheden van het onder zijn leiding staande personeel. 5. De commandant ondertekent de van de huishouding uitgaande stukken; hij kan één of meer ambtenaren aanwijzen, die namens hem bepaalde en met name aangewezen - van de huishouding uitgaande - stukken ondertekenen. Van deze aanwijzing geeft de commandant vooraf schriftelijk kennis aan bur gemeester en wethouders.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1091