aan de raad der gemeente Breda Agendanr. 31 Bijlagenr. 274 K/8306852 Voorstel van burgemeester en 17-5-1983 wethouders de aanpak van de reha bilitatie van woonhuismonumenten en beeldbepalende panden volgens de in de meerjarenplanning om schreven wijze uit te voeren. Inleiding In 1967 heeft de toenmalige minister van C.R.M. een deel van de binnenstad van Breda aangewezen als beschermd stadsgezicht. De bescherming van zon stadsgezicht moet geregeld worden middels bv. een bestemmingsplan of vooruitlopend daarop een meerjaren planning (art. 33 D Monumentenwet). Momenteel is voor Breda noch een bestemmingsplan, noch een meer jarenplanning opgesteld. Daar het opstellen van een bestemmings plan erg veel tijd vergt, is Uw raad in de nota "Anders omgaan met monumenten" (oktober 1982) de aanbeveling gedaan een meer jarenplanning op te stellen. Betekenis meerjarenplanning De meerjarenplanning is een schematisch overzicht van de wijze waarop de rehabilitatie van de woonhuismonumenten en beeldbe palende panden in het beschermd stadsgezicht ter hand moet wor den genomen. Aan de hand van een meerjarenplanning is het moge lijk met de ministeries van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (V.R.O.) en welzijn, volksgezondheid en cultuur (W.V.C.) tot zgn. budgetafspraken te komen. Dit zijn vaste bedragen die het rijk jaarlijks reserveert ten behoeve van subsidiëring van restauraties in de betrokken ge meente. Zonder meerjarenplanning is het niet mogelijk dergelijke af spraken te maken; reden waarom een aantal subsidieverzoeken is afgewezen Alvorens tot budgetafspraken te komen is het nodig dat de raad van de gemeente een uitspraak doet dat zij de rehabilitatie van de panden in het beschermd stadsgezicht volgens de in de meer jarenplanning voorgestelde lijn wil laten verlopen. Met deze uitspraak neemt de raad geen verplichtingen op zich ten aanzien van eigenaren of bewoners van monumenten en beeld bepalende panden, de planning is alleen een intentieverkla ring.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1154