M NISTERIE VAN WELZIJN. VOLKSGEZONDHEID EN CULTUUR blatl - 3 - kenmeik JZ-U 26.727 - de bij de uitvoering betrokken organisaties en instellingen; - de inhoud van de voorgenomen programma's; - de verhouding tussen de betreffende activiteit en het reeds bestaande werk ten behoeve van de niet-actieven; - een begroting. Uit de voorstellen van de gemeenten in 1982 is mij gebleken, dat in belang rijke mate de extra middelen zijn besteed aan de kosten van incidentele pro jecten. Dit teneinde voorzieningen beter toe te rusten en/of ter uitbreiding van het aantal activiteiten. Voor het beleid in 1983 verzoek ik u zoveel als mogelijk is het accent te leggen op de uitvoering van de activiteiten zelf. Teneinde de eigen verantwoordelijkheid van de gemeenten zoveel moge lijk tot z'n recht te laten komen maak ik ten aanzien van de subsidiabele kosten slechts een tweetal uitzonderingen: - kosten van projecten en/of cursussen die reeds uit andere rijksregelingen worden gefinancierd of deelname aan cursussen gegeven door commerciële instellingen komen niet voor financiering in aanmerking; - de te financieren kosten dienen in directe en aanwijsbare relatie te staan met de sociaal-culturele activiteiten zoals in bijlage III wordt be doeld. Uitvoering beleid Voor de uitvoering van het beleid zoals bedoeld in bijlage III stel ik voor dit in navolging van hetgeen in 1982 is geschied te laten plaatsvinden door de centrumgemeente, dan wel een intergemeentelijk lichaam. Binnen het rayon wordt een verdelingsplan opgesteld, terwijl tevens kan worden zorggedragen voor een binnen het rayon c.q. deelnemende gemeenten samenhangend aanbod van voorzieningen. De project-coördinatoren in de 15 rayons hebben immers tot taak het sti muleren van beoogde activiteiten, het zorgdragen voor de voortgang, bege leiding en de samenwerking tussen de betrokken instellingen en instanties. Deze taken worden t.b.v. het desbetreffende rayon uitgevoerd. Het ligt in de bedoeling deze coördinatoren te betrekken bij de beleids matige evaluatie. Financiële en beleidsmatige verantwoording Een beleidsmatige en financiële verantwoording van het beleid is vereist. Uiterlijk per 1 april 1984 dient elke gemeente die extra middelen heeft ont vangen bij dit ministerie een dergelijke verantwoording in, vergezeld van een accountantsverklaring. In deze verantwoording dient tenminste te zijn aangegeven hoeveel jeugdige werklozen bereikt zijn of als deelnemer aan ac tiviteiten hebben geparticipeerd, het aantal en de inhoud van de door de instellingen georganiseerde activiteiten. Bovendien verzoek ik u aan te geven op welke wijze het reguliere sociaal- cultureel werk hierbij betrokken is. Dit geldt in het bijzonder ten aanzien van de beroepsmatige ondersteuning bij dit beleid. - 4 - r>i ijlage I Rayon Gemeenteliike indeling MINISTERIE VAN WELZIJN VOLKSGEZONDHEID EN CULTUUR blad - 4 - kenmeik JZ-U 26.727 Informatie Nadere informatie omtrent de inhoud van deze circulaire kunt u in de eerste plaats inwinnen bij het Bureau Landelijk Contact in uw provincie en zonodig bij de afdeling Jeugdzaken van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur Mr Ptn TT In i lil lil/ui Bijlage II Financiële verdeling op basis van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1206