bijlage nr. 29
b. het eenmalig subsidiebedrag ad f 390.000,
Dit bedrag dient te worden ingezet ten behoeve van de
organisatie sociaal-culturele activiteiten in de regio
Breda.
W.V.C. stelt hierbij de volgende
Het ministerie van
randvoorwaarden:
1inhoudelijk:
tijdsmatig/
procedureel
de financiële middelen moeten worden
ingezet ten behoeve van arbeidsge-
richte en educatieve activiteiten
die een bijdrage kunnen leveren aan
de maatschappelijke c.q. de arbeids
markt positie van werkloze jongeren;
april 1983 dient aan
een financiële en beleids
verantwoording te worden af-
omtrent de inzet van de
financiële middelen;
in haar schrijven d.d. 22 juni
stelt C.R.M. dat de centrumge-
overleg met de andere
in de regio een plan ter
van de eenmalige subsi-'
dient op te stellen. In
verband met het korte tijdsbestek
trekt het ministerie bij schrijven
d.d. 19 augustus 1982 deze voor
waarde in.
voor 1
W.V.C.
matige
gelegd
meente in
gemeenten
besteding
diegelden
IIIDe gevolgde procedure
In aansluiting op het schrijven d.d. 22 juni 1982 heeft de
gemeente Breda de randgemeenten t.w.: Baarle-Nassau
Chaam, Nieuw-Ginneken, Prinsenbeek, Rijsbergen, Terheij-
den, Teteringen en Zundert uitgenodigd voor overleg inzake
de inzet van de eenmalige financiële middelen. Er zijn een
tweetal bijeenkomsten belegd t.w. op 17 september en 15
oktober 1982.
In laatstgenoemde bijeenkomst is overeenstemming bereikt
met betrekking tot de verdeling van de financiële middelen
naar rato van het aantal jeugdige werklozen per gemeente
(peildatum: 10 augustus 1982) alsook met betrekking tot de
te volgen procedure. De verdeling is globaal als volgt
vastgesteld: f 100.000,-- ten behoeve van activiteiten in
de randgemeenten en f 290.000,ten behoeve van de
centrumgemeente Breda. Tevens is de afspraak gemaakt dat
de randgemeenten die een beroep willen doen op de extra
middelen hiertoe binnen een maand na de bijeenkomst een ge
motiveerde aanvrage bij de gemeente Breda indienen. Ter
Uwer informatie is de verslaglegging van genoemde bijeen
komsten ter visie gelegd.
- 2 -