aan de raad der
gemeente Breda
Agendanummer: 23
bijlagenr.: 300
EZ/831 0156
26-7-1983
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot ongegrondverklaring
van de bezwaren, ingediend door
de vereniging voor vreemdelingen
verkeer "Breda Vooruit",
krachtens de Wet Arob tegen het
raadsbesluit van 21 april 1983
inzake onder meer vaststelling
van het subsidiebedrag.
In de vergadering van 21 april 1983 besloot Uw raad onder meer
tot
a. intrekking van de subsidieregeling vereniging voor vreemde
lingenverkeer "Breda Vooruit", zoals deze werd vastgesteld
op 22 augustus 1974;
b. intrekking van het besluit van 24 januari 1980inzake de
toepassing van de onder a. genoemde subsidieregeling in de
periode 1981 tot en met 1985;
c. toekenning van een subsidie van in totaal f 393.159,aan
de V.V.V. "Breda Vooruit" voor het jaar 1983
Dit raadsbesluit werd door ons college aan de V.V.V. "Breda
Vooruit" medegedeeld bij schrijven van 6 mei 1983kenmerk
EZ/8300099*. Bij schrijven van 18 mei 198 3 ingekomen 19 mei
1983, werd door de V.V.V. "Breda Vooruit" een bezwaarschrift
ingediend, als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wet
Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen.
Bij brief van 1 juni 1983 werd het bezwaarschrift in die zin
aangevuld, dat werd verzocht om eerdere correspondentie, te
weten een brief van 13 april 1982, gericht aan de wethouder van
economische zaken en cultuur en een brief van 24 december 1982,
gericht aan Uw raad, als onderdeel van het ingediende bezwaar
schrift te beschouwen*.
Het bezwaarschrift met bijlagen is binnen de daarvoor door de
Wet Arob gestelde temijn ingekomen. In de vergadering van 4 au
gustus 1983 van de commissie Werken is de V.V.V. "Breda
Vooruit" gehoord. Van deze hoorzitting is proces-verbaal
opgemaakt*
Op 30 juni 1983 heeft Uw raad besloten de termijn van 60 dagen,
binnen welke Uw raad ingevolge de Wet Arob een besluit dient te
nemen, met ingang van 19 juni 1983 met 30 dagen te verlengen.