bijlnr326 Met betrekking tot de vraag welke hoeveelheid puin de gemeente ten onrechte aan de Steen Recyclingsmaatschappij zou hebben ont houden, liepen de meningen tussen de gemeente en de curator sterk uiteen. Van de zijde van de gemeente is ten deze steeds gesteld, dat het ten hoogste zou gaan om een hoeveelheid van 3.000 ton puin, terwijl de curator vasthield aan 10.000 ton puin. Ter staving van haar standpunt heeft de gemeente aan de curator de desbetreffende bouwtekeningen en -berekeningen van de sloop- panden overgelegd. Blijkens een brief van 29 maart 1983* van de curator is deze akkoord gegaan met de door de gemeente gestelde hoeveelheid van 3.000 ton. Op basis van deze onthouden hoeveelheid heeft de curator de schade berekend en vastgesteld op f 27.000,-- met een wettelij ke rentevergoeding 9per jaar) vanaf 1 april 1983. Ter ondersteuning was een accountantsverklaring van de accoun tant G.A.M. Bastiaansen bijgevoegd. Bovendien deelde de curator bij voormelde brief van 29 maart jl. mede, dat indien het daarin vervatte schikkingsvoorstel niet zou worden geaccepteerd, hij alsnog zou overgaan tot het aanspannen van een arbitrageprocedure. Wij stellen Uw raad voor dit schikkingsvoorstel tot het betalen van f 27.000,-- verhoogd met de wettelijke rente van 1 april 1983 aan de Steen Recyclingsmaatschappij Breda B.V. te accep teren - overeenkomstig bijgevoegd concept-besluit -, gelet op de verwachting dat een eventuele arbitrageprocedure tot geen ander resultaat zal leiden en derhalve hoogstens extra kosten met zich mede zal brengen. De financiële lasten hiervan kunnen worden bestreden uit het budgetegalisatiefonds van de dienst van openbare werken, waar toe de begroting 1983 dient te worden gewijzigd. Het resultaat van de beraadslaging in de commissie Wonen ligt ter inzage. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. Van den Dam secretaris. ligt ter inzage. - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1375