Naar aanleiding van dit rapport van het p.o.n. zijn door de
gemeente intern de mogelijkheden bekeken om tot een onafhanke
lijk instituut te komen en is een voorstel gedaan aan het parti
culier initiatief (P.I.). Dit voorstel werd door het P.I. niet
aanvaard. Via intensieve discussies leidde dit op 2 juli 1982
tot een door ons college ingestelde werkgroep, waarin zowel het
P.I. als de gemeente vertegenwoordigd waren. De werkgroep kreeg
de opdracht de onderzoeken of een onafhankelijke instituut voor
algemeen advies- en informatiewerk, genaamd instituut sociale
raadslieden, te realiseren was. De financiële middelen hiervoor
moesten worden verkregen door herschikking van het bestaande
algemeen advies- en informatiewerk.
Deze werkgroep kwam, in de drie maanden die ter beschikking
stonden, tot de conclusie dat een onafhankelijk instituut
sociale raadslieden niet middels herschikking van geld en mens
kracht tot stand kon komen (zie advies van de werkgroep:
instituut sociale raadslieden) *3).
Tevens constateerde zij dat de meerderheid van de gebruikers
van het huidige advies- en informatiewerk bestaat uit buiten
landers
Hiervoor vroeg de werkgroep in de nota aan ons college bijzon
dere aandacht en deed zij het voorstel om deze dienstverlening
aan buitenlanders aan te haken bij het I.M.W.
Het college besloot d.d. 9 december 1982 het advies van de werk
groep voorlopig niet te aanvaarden en verzocht wethouder
Römkens alsnog een poging te doen de verschillende partners tot
andere gedachten te brengen.
Uit de verslagen van deze gesprekken is ons college een en
andermaal gebleken dat de betrokken partners, mede op grond van
de voortschrijdende bezuinigingen, niet in staat waren met de
hen ter beschikking staande financiële en personele middelen de
geconstateerde behoefte aan algemeen advies- en informatiewerk
te realiseren, zelfs niet ten behoeve van buitenlanders.
Door de verantwoordelijke wethouder is tevens getracht
financiën te verkrijgen van het ministerie van Welzijn, Volksge
zondheid en Cultuur om de dienstverlening aan buitenlanders te
continueren
Bij brief van 7 januari 1983*4) (gedateerd 7 januari 1982)
deelde het ministerie mee dat voor 1983 geen gelden beschikbaar
zijn.
Voor 1984 wil men de mogelijkheid voor subsidie afhankelijk
stellen van het resultaat van een aantal projecten voor buiten
landers welke nu in Breda worden uitgevoerd en waarvoor de
gemeente geld ter beschikking heeft (o.m. maatschappelijk werk
voor buitenlanders).
Op grond van deze bevindingen deelt het college Uw raad thans
mee dat ondanks de geconstateerde behoefte aan algemeen advies-
en informatiewerk in Breda en de aanwezige overlappingen, de
betreffende instanties niet in staat zijn gebleken een beleids
plan op te stellen, waarvan de uitvoering leidt tot een onafhan
kelijk instituut en dat tot stand komt na herschikking.
- 2 -
bijl.nr. 327