aan de raad der
gemeente Breda
<=nnrt?
Agendanummer 26
Bijlagenummer 328
K/8308135
12-7-1983
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot het intrekken van de
verordening op de heffing en in
vordering van muziekschoolgel-
den en vaststelling van een
schoolgeldregeling.
Een van de h.ug-maatregelenwaartoe door de raad bij de vast
stelling van het rapport 2e fase werd besloten, is de
doorberekening van de variabele kosten van de stedelijke muziek
school in de schoolgelden van leerlingen/cursisten, die niet
ingeschreven staan in het bevolkingsregister van Breda. De
tarieven van de stedelijke muziekschool zijn geregeld in de ver
ordening op de heffing en invordering van muziekschoolgelden
vastgesteld bij besluit van de raad van 25 juni 1979. Wijzi
ging van tarieven betekent een wijziging in de verordening, die
koninklijke goedkeuring nodig heeft. Van de zijde van het minis
terie van binnenlandse zaken is ons meegedeeld dat goedkeuring
zal worden onthouden omdat er bezwaren bestaan tegen het hef
fen van verschillende tarieven voor een en dezelfde dienstver
lening in een verordening.
Ook van de zijde van het ministerie van economische zaken
bestaan er bezwaren, niet tegen verschillende tarieven voor
leerlingen/cursisten uit Breda en uit de buitengemeenten, maar
tegen het optrekken van de tarieven ineens. Het ministerie wil
wel akkoord gaan met een gefaseerde invoering door de tarieven
voor buitenleerlingen jaarlijks met maximaal 10 - 15$ extra te
laten stijgen.
De bezwaren van het ministerie van binnenlandse zaken kunnen
worden ondervangen door de bestaande verordening in te trekken
en deze te vervangen door een schoolgeldregeling, die geen
verdere goedkeuring dan van Uw raad nodig heeft.
Overigens bestaat reeds langer het voornemen de verordening te
vervangen door een regeling omdat een verordening voor heffing
en invordering van muziekschoolgelden onnodig stroef werkt. De
meeste muziekscholen hanteren een schoolgeldregeling; dit
blijkt in de praktijk goed te voldoen.