bijl.nr.332 Voor 1983 komt deze regeling per raadslid uit op de volgende bedragen ad a.vergoeding ten bedrage van 1.493,13 per maand; ad b.: tegemoetkoming ten bedrage van 3.280,per jaar. Ingevolge het bedoelde koninklijk besluit wordt aan de raads leden een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoet koming in de kosten toegekend tot de maximum-bedragen, opgenomen in tabel I behorende bij dit besluit. Deze bedragen zijn ge ïndexeerd en worden aan de hand daarvan jaarlijks door de minister van binnenlandse zaken herzien. Bij onze voorberei dingen ten behoeve van het opstellen van de concept-begroting voor 1984 gaan wij er vanuit, dat genoemde minister bij het toepassen van die indexen tot een "bevriezing" van bovengenoemde bedragen zal kunnen komen. De gemeenteraad kan in zijn verordening van de bedragen in het genoemde tabel afwijken naar beneden tot een maximum van 20%. Zoals uit het voorgaande blijkt, is deze afwijking voor wat betreft de vergoeding toegepast. Wij hebben overigens tegen de achtergrond van de uitvoerige discussies hierover in de op 17 februari jl. gehouden raadsver gadering thans geen behoefte om op een en ander nader terug te komen. Vraag 5 Kan het college vooruitlopend op de effectuering van de antwoor den op de vragen 1 tot en met 4 reeds aangeven hoe het oordeelt over de vergoedingen van bestuursleden van woningbouwvereni gingen en of het redenen ziet en eventueel mogelijkheden heeft om in te grijpen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1408