bijl.nr. 332 Ons college is bereid de door U bedoelde ruimte maximaal te benutten Hiervoor zijn echter geen richtlijnen te geven, zij het dat zulks in overleg met de betrokken jongere dient te geschieden. Dit hangt samen met het antwoord op Uw derde vraag. In die vraag wordt ons college verzocht een mogelijkheid te creëren een voorschot te verstrekken op de "uitkeringsloze periode". Wij gaan ervan uit, dat hiermee een voorschot wordt bedoeld op een uitkering in het kader van de Wet Werkloosheids voorziening Deze mogelijkheid is naar het oordeel van ons college niet aan wezig. Zodra iemand een verzoek doet om een (voorschot op) uitkering, dient vastgesteld te worden, welke uitkeringsregeling op de be trokkene van toepassing is. In de door U bedoelde gevallen zal dat dan de Wet Werkloosheids voorziening zijn. Past men die regeling dan toe, dan betekent dit dat de door U gesignaleerde mogelijkheid niet kan worden benut Dit brengt derhalve mede, dat de jongere in de door U aangegeven situatie zelf de periode dient te overbruggen totdat hij/zij 23 jaar is. In elk individueel geval zal de jongere hierop gewezen worden, naar aanleiding waarvan die jongere zelf zijn beslissing kan nemen Aan de gemeentelijke sociale dienst is verzocht de 22-jarigen op de mogelijkheid ter zake te wijzen. Overigens heeft de staatssecretaris van sociale zaken en werk gelegenheid onder meer over de door U gesignaleerde problema tiek een circulaire gestuurd aan alle gemeentebesturen. Volledigheidshalve treft U deze ter kennisname hierbij aan. Een afschrift van dit schrijven hebben wij aan de directeur van de sociale dienst doen toekomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1410