bijl.nr. 332
VRAAG (d.d. 7-4-1983 gesteld ing. art. 48, 2e lid R.v.O.)
De heer Dreef
De P.v.d.A.-fractie heeft kennis genomen van een artikel in
Dagblad De Stem van 1 april 1983 over:
"Ton subsidie niet besteed" betreffende bestrijding jeugdwerk
loosheid in de regio Breda.
De P.v.d.A. trekt er al jaren aan om een goed beleid voor de
bestrijding van de jeugdwerkloosheid op te starten.
Dan is het bitter om te moeten constateren dat uit het artikel
blijkt dat ruim een kwart van de gelden die Breda en de om
liggende gemeenten van het rijk hebben ontvangen in verband
met het Jeugdwerkplan de 100.000 gulden niet op tijd besteed
zou zijn en het geld nu terug vloeit naar het ministerie van
W.V.C.
Hierover de volgende vragen:
1. de P.v.d.A.-fractie gaat ervan uit dat het artikel juist
is, daarom willen wij meer informatie hebben, waarom het
niet mogelijk was om een bestemming te geven voor 1 april
1983 voor het bedrag van 390.000,
2. en wat gaat dit nu betekenen voor de uitvoering van het
Jeugdwerkplan vanuit gaande dat het ministerie geen respijt
zal verlenen.
ANTWOORD
In Uw schrijven d.d. 7 april jl. stelt U een tweetal vragen
ingevolge artikel 48 Reglement van Orde met betrekking tot de
inzet van de eenmalige middelen ten behoeve van het sociaal-
culturele werk voor jeugdige werklozen.
Gezien het geplande overleg hieromtrent op 16 april 1983 met
het ministerie van W.V.C. hebben wij gemeend de resultaten van
dit overleg te moeten afwachten.
-10-