bijl.nr. 332
Inmiddels zijn dusdanige afspraken gemaakt met genoemd ministe
rie dat betreffende gelden naar verwachting volledig kunnen
worden ingezet en de uitvoering van het in het gemeentelijk
Jeugdwerkplan opgenomen plan van inzet niet in gevaar wordt
gebracht
Middels ons schrijven d.d. 4 mei jl. hebben wij alle leden van
de raad der gemeente Breda hieromtrent geïnformeerd.
In het vertrouwen hiermede tevens de door U gestelde vragen
te hebben beantwoord sluiten wij volledigheidshalve een af
schrift van genoemd schrijven in.
VRAAG (d.d. 10-6-1983 gesteld ing. art. 48, 2e lid R.v.O.)
Mevrouw Neeb en mevrouw Van Bergen
Verwijzend naar artikel 48, R.v.O. stellen wij U derhalve de
volgende vragen:
1. hoe luidde het advies van het college van bestuur van de
Open Universiteit aan de minister?
2. hoe luidde het advies van gedeputeerde staten van Noord-
Brabant aan de minister?
3. welke motieven hebben de minister tot zijn besluit gebracht?
4. is het college voornemens in deze gang van zaken te berusten?
Zo nee, welke acties denkt het te ondernemen? Is het college
voornemens bij deze acties ook West-Brabant te betrekken?
5. is het college bereid de raad omtrent de voortgang van Uw
activiteiten in deze en de eventuele resultaten ervan, op
de hoogte te houden middels de commissie Welzijn II?
ANTWOORD
1. Het college van bestuur van de Open Universiteit heeft in
zijn advies aan de minister van onderwijs en wetenschappen
een spreidingsplan voor studiecentra opgenomen waarin de
volgende criteria zijn gehanteerd:
-11-