bijl.nr. 332
-14-
Gelet op de verwachte studentenaantallen, vermeld bij de
nu reeds voorgedragen drie Brabantse vestigingsplaatsen en
bij de in het advies genoemde vestigingsplaatsen in de nabije
provincies bestaat hiervoor voldoende studentenpotentieel
Voorts kan in Tilburg worden beschikt over de voor een studie
centrum noodzakelijke uitrusting.
Indien mocht blijken dat vestiging van de vier Brabantse
studiecentra thans niet realiseerbaar is en indien U meent
voorshands te moeten besluiten het advies van het college
van bestuur van de Open Universiteit te volgen, zijn wij
van mening dat het aantal vestigingsplaatsen spoedig dient
te worden uitgebreid met een vierde vestiging in onze pro
vincie, te weten in Tilburg.
Op 2 juni 1983 is een persbericht van het ministerie van
onderwijs en wetenschappen verschenen, waarin is gesteld,
dat de minister van onderwijs en wetenschappen op één uit
zondering na, akkoord gaat met de voorstellen van het college
van bestuur van de Open Universiteit voor het vestigen van
18 studiecentra. Het is de bedoeling dat deze studiecentra
komen in de volgende plaatsen:
Leeuwarden, Groningen, EmmenHengelo, Zwolle, Deventer,
Alkmaar, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Nijmegen,
Middelburg, Tilburg, Den Bosch, Eindhoven, Venlo en Sittard.
Argumenten voor de keuze van Tilburg (en niet Breda) zijn:
de aanwezigheid van voldoende begeleiders, van faciliteiten
van instellingen van hoger onderwijs en van een regionale
steunbibliotheek in Tilburg.
Ons college is niet voornemens in deze gang van zaken te
berusten en heeft inmiddels de navolgende acties ondernomen:
bij schrijven van 8 juni 1983 hebben wij de minister van
onderwijs en wetenschappen met klem verzocht zijn definitieve
beslissing zodanig te nemen, dat aan Breda een studiecentrum
wordt toegewezen.