bijl.nr. 332
Een afschrift van de brief aan de minister van onderwijs
en wetenschappen is toegezonden aan de voorzitter en de leden
van de vaste kamercommissies voor onderwijs en wetenschappen
van de le en 2e kamer der Staten Generaal met verzoek te
bevorderen, dat Breda als vestigingsplaats voor een studie
centrum wordt aangewezen. Een afschrift als hier genoemd
is met eenzelfde verzoek tevens toegezonden aan het college
van gedeputeerde staten van Noord-Brabant.
Wij hebben voorts bevorderd, dat een aantal instellingen,
groeperingen en partijen uit Breda en West-Brabant zich even
eens tot de minister hebben gewend met als doel in Breda
een studiecentrum te vestigen.
Genoemd kunnen worden: het Stadsgewest Breda, C.D.A.-afdeling
West-Brabant, D66-afdeling Breda, PvdA.-afde ling Breda,
V.V.D-bestuur afdeling Breda, Kamer van Koophandel voor
Westelijk Noord-Brabanthet Breda's Industrieel Contact,
de Diocesane Katholieke Schoolraad Breda, de Stichting Samen
werkingsorgaan Hoger Beroepsonderwijs in Breda e.o.
Bij het schrijven van dit antwoord waren nog niet alle toege
zegde adhesiebetuigingen in ons bezit.
5. Ons college is gaarne bereid de raad omtrent onze activitei
ten in deze en de eventuele resultaten ervan op de hoogte
te houden middels de commissie Welzijn II.
VRAAG (d.d. 8-4-1983, gesteld ing. art. 48, 2e lid R.v.O.)
ANTWOORD
In antwoord op Uw bovenaangehaald schrijven, waarin U ingevolge
het bepaalde in artikel 48 van het Reglement van Orde voor de
vergaderingen van de gemeenteraad vragen stelt over kou en tocht
op de centrale bushalte aan de Oude Vest delen wij U het volgende
mede
In het algemeen kan gesteld worden, dat het ontstaan van tocht
verschijnselen aan verschillende factoren is te wijten o.a.: