bijl.nr. 332 -23- 2. Is het college met ons van mening dat deze bezuinigingen een onaanvaardbare besnoeiing betekenen, waardoor het werk ter zake niet meer naar behoren kan worden uitgevoerd. 3. Bent U met ons van mening dat het van essentieel belang is dat het bibliotheekwerk in Breda minimaal kan blijven func tioneren zoals thans het geval is, terwijl het inhalen van de geconstateerde achterstand o.a. in het boekenbezit nood zaak blijft. 4. Is het college bereid krachtig tegen deze bezuinigingen pro test aan te tekenen, 5. en zo nodig hiermede bij de voortgaande bezuinigingsoperatie in de gemeente rekening te houden. ANTWOORD 1. Minister Brinkman heeft zijn voornemens kenbaar gemaakt door toe zending' van zijn circulaire van 15 juni 1983 met als onder werp bezuinigingen 1984 bibliotheekwerk. Begin augustus a.s. zullen wij met de bestuurscommissie en de directie van de openbare bibliotheek overleg plegen over de consequenties van deze circulaire voor het plaatselijk bibliotheekwerk. De ontvangst van deze circulaire heeft ons wel genoodzaakt met onmiddellijke ingang een personeelsstop voor de openbare bibliotheek in te voeren. Vanzelfsprekend is ook deze maatregel onderwerp van gesprek in bovengenoemd overleg 2. Met U zijn wij van oordeel dat de voorgenomen bezuinigingen van rijkswege zeer ingrijpend zijn. Bovendien zijn deze te abrupt zodat het uiterst moeilijk is, zo niet onmogelijk, tot een afgewogen besluitvorming te komen. Het zal U bekend zijn dat ook de vaste kamercommissie voor welzijn en cultuur moeite heeft met de bezuinigingsmaat regelen en haar oordeel heeft opgeschort tot na de vakantie periode

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1424